Balans en toelichting

Toelichting op de balans

(bedragen x € 1.000)

31-12-2021

31-12-2020

Opgenomen langlopende leningen (binnenlandse banken)

511.600

489.900

Waarborgsommen

141

89

Totaal

511.741

489.989

Het saldo van de langlopende geldleningen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer is als volgt weer te geven:

(bedragen x € 1.000)

31-12-2020

Ver-
meerdering

Aflossing

31-12-2021

Obligatieleningen

70.000

70.000

Onderhandse leningen

419.900

67.000

45.300

441.600

Waarborgsommen

89

66

14

141

Totaal

489.989

67.066

45.314

511.741

Toelichting
De gemeente heeft de mogelijkheid voor de financieringsbehoefte gebruik te maken van langlopende leningen (€ 512 mln. ). Deze hebben een gemiddeld rentepercentage van 1,3 %.  In 2021 zijn twee nieuwe fixe geldleningen aangetrokken voor in totaal € 30 mln. De rentepercentages zijn 0 % (€ 20 mln.) en 0,44 % (€ 10 mln.) en de looptijden 10 en 17 jaar. Hiernaast hebben twee fixe geldleningen voor in totaal € 37 mln. overgenomen van de RON, vanwege de versnelde afbouw van de RON. Deze hebben een looptijd tot en met april 2023 (€ 20 mln. en rente 0,7 %) en april 2027 (€ 17 mln. en rente 1,19 %). Een nadere toelichting staat in de financieringsparagraaf.

Naast de langlopende geldleningen hebben we kortlopende kasgeldleningen € 16 mln. waar we gemiddeld ca. 0,5 % voor vergoed krijgen.

Hiernaast heeft de gemeente een zevental renteswaps lopen met een looptijd tot 2042 (3 maal), 2043, 2051 (twee maal) en 2052. Deze zijn door de gemeente afgesloten in de periode 2010-2012 om het risico van rentestijgingen af te dekken. Er is ultimo 2021 in totaal voor € 72 mln. aan kortlopende schulden (kasgeldleningen) als ‘hedge’ met de renteswaps omgevormd tot langlopende schulden met een vaste rente.

Toelichting renteswaps

Het gebruik van deze derivaten (o.a. renteswaps) is zo vormgegeven dat onder alle derivaten leningen liggen, zodat sprake is van 100% ‘hedge’. De looptijden van de kasgeldleningen worden afgestemd op de renteherzieningen van de swap. De beschikbaarheid van financiering voor gemeenten is door de goede kredietwaardigheid (gelijk aan Nederlandse staat) uitstekend. Daarmee is zij in staat de kasgeldleningen onder de swap tegen zeer scherpe rentetarieven te financieren. Vanwege de aanhoudend negatieve rentetarieven voor kasgeldleningen werd over 2021 gemiddeld 0,5 % aan rentevergoeding ontvangen voor opgenomen kasgeldleningen.  

De regelgeving schrijft niet voor dat derivaten (o.a. renteswaps) tegen marktwaardes in de jaarrekening gewaardeerd moet worden. Wel zijn ter toelichting in onderstaande tabel de derivaten nader uitgesplitst; de onderliggende kasgeldleningen zijn volgens de voorschriften onder de vlottende passiva gerubriceerd. Een renteswap heeft bij afsluiten geen marktwaarde. Afhankelijk van ontwikkelingen in de marktrente kan zich gedurende de looptijd van een renteswap een (positieve of negatieve) marktwaarde ontwikkelen. De marktwaarde van de renteswaps zal echter aan het einde van de looptijd altijd weer teruglopen tot nihil. De theoretische marktwaarde van de renteswaps bedroeg ultimo 2021 -/- € 51 mln.  (ultimo 2020 was dit -/- € 66 mln.). De afname van de negatieve marktwaarde wordt verklaard door het in 2021 gestegen renteniveau. De marktwaarde is alleen van belang indien er sprake zou zijn van een bijstortverplichting van de gemeente aan de betreffende bank(en)  of als er voortijdig moet worden afgekocht. Omdat voor de gemeente geen bijstortverplichting geldt is deze theoretische marktwaarde voor de gemeente bij het voortzetten van de swaps tot einde van de looptijd niet relevant.

De Deutsche Bank heeft in het najaar 2021 aangegeven gebruik te willen maken van de breakclausule voor de twee interest rate swaps met vervaldatum  16 januari 2022 (referentieummers 3527688L en 3527691L). In overleg met de bank is de datum verschoven naar 16 januari 2023. Beide swaps worden uiterlijk 16 januari 2023 daadwerkelijk afgewikkeld worden door Deutsche Bank. In aanloop naar de nieuwe begroting zal een oplossing gezocht  worden voor de (her)financiering van de afwikkeling van de twee swaps. Daarvoor zal onder meer overlegd worden met BNG.

Derivaat/ referentienummer bank

Omvang

Relatie

Rating S&P

Looptijd

Afloop

Betalen

Ontvangen

interest swap:12U04256 / 25609752

 € 12.000.000

Rabo

A+

30 jr

18-mei-42

2,12%

3M euribor

interest swap:11U04212 / CD19532910

 € 10.000.000

Rabo

A+

30 jr

19-jul-43

3,44%

6M euribor

interest swap: 11U01270 / CD16950513

 € 10.000.000

Rabo

A+

38 jr

2-jan-51

3,70%

6M euribor

interest swap: 3527691L

 € 10.000.000

Deutsche

A-

40 jr

16-jan-52

3,29%

6M euribor

interest swap: 3888885L

 € 10.000.000

Deutsche

A-

39 jr

1-mrt-51

3,69%

6M euribor

interest swap: 3527688L

 € 10.000.000

Deutsche

A-

30 jr

16-jan-42

3,40%

6M euribor

interest linked swap: 4543000L

 € 10.000.000

Deutsche

A-

30 jr

6-jan-42

4,9%

3M euribor

Totaal

 € 72.000.000


Op basis van bovenstaande tabel is zichtbaar dat de te betalen rente voor de renteswaps hoger is dan de huidige marktrente. Dit leidt tot een negatieve marktwaarde van de renteswaps. De positie is effectief geweest in 2021.

In bovenstaande tabel is zichtbaar dat ook een interest linked swap is afgesloten. Deze wijkt af van de gewone renteswaps. De te betalen rente op deze swap is niet vast maar is gekoppeld aan de pulse index van de Deutsche Bank. Bij dit derivaat is het renterisico tot 4,9% via een renteplafond. Hier komt een opslag bovenop omdat de euribor rente negatief is. Dit percentage wordt per kwartaal aangepast.

De gerealiseerde externe rentelasten voor de opgenomen geldleningen (lang/ kort) bedragen in 2021  € 9,3 mln.( begroot € 9,5 mln.).

Deze pagina is gebouwd op 05/25/2022 13:24:49 met de export van 05/25/2022 12:56:47