Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk GGD Zaanstreek Waterland(Bedragen x €1.000)GGD Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:01-09-2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangGGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.
Bestuurlijk belangEen lid van het Algemeen Bestuur (AB) heeft in de vergadering van het AB één stem. In die gevallen waarin Zaanstad en Purmerend zwaarwegende bezwaren hebben tegen een voorstel en met het oog daarop tegenstemmen, leidt die tegenstem tot verwerping van het voorstel. Het voorgaande is niet van toepassing op het voorstel tot vaststelling van de begroting respectievelijk de jaarrekening van de GGD. Wethouder Mutluer is lid van het AB, plaatsvervanger wethouder Slegers
Stemverhouding: 12%Actualiteiten en risico'sTerugblik 2021
- Effecten van Corona
De infectieziektecrisis corona is nauw verbonden met één van de basistaken van de GGD, namelijk infectieziektenbestrijding. De GGD heeft in 2020 een sector Corona gevormd om alle corona gerelateerde werkzaamheden onder te brengen en deze financieel te scheiden van de overige GGD taken. Extra uren van vast personeel en extra ingehuurd personeel binnen de sector Corona kan worden gedeclareerd bij het ministerie van VWS.
In 2021 is zoveel mogelijk getracht om de reguliere processen vanaf januari weer volledig op te pakken met inachtneming van de landelijke maatregelen. Dit heeft ook gevolgen voor de werkwijze van de GGD. Zo heeft de 1,5 meter afstand tot gevolg dat minder kinderen op de spreekuren kunnen komen. Ook de sluiting van scholen zorgt voor achterstanden.
- Ontwikkelingen Veilig Thuis
Vanuit het Rijk zijn met ingang van 2020 extra DUVO (Doeluitkering Vrouwenopvang) middelen beschikbaar, onder meer om tegemoet te komen aan de toename van het aantal meldingen van Veilig Thuis. Zaanstad heeft deze extra middelen in 2021, net als in 2020, gebruikt voor het wegwerken van de wachtlijst en de doorontwikkeling van Veilig Thuis.
De doorontwikkeling ziet toe op verbeterde proces- en samenwerkingsafspraken met het lokale veld, inzichtelijke en informatieve kwartaalrapportage, transparante begrotingsopbouw, passende formatieomvang en onderzoek naar meer efficiëntie in interne werkprocessen. Alle stappen in de doorontwikkeling van Veilig Thuis worden afgestemd en gecoördineerd van uit de regionale werkgroep Veilig Thuis, welke verantwoording aflegt aan het Regionale Bestuurlijk Overleg Zorg en Veiligheid. Veilig Thuis is vaste partner deel van de werkgroep.
De inzet op het structureel voorkomen van een wachtlijst is ook in 2021 een belangrijk aandachtspunt geweest. In Q4 2020 en Q1 2021 heeft een extern bureau plm 200 wachtlijstzaken opgepakt en weggewerkt. In Q 2 begin zich toch weer een wachtlijst te ontwikkelen. In Q 3 is er op basis van een quickscan in relatie tot het vaststellen van de benodigde formatie extra regionaal DUVO budget vrijgemaakt om tijdelijk 2,7 fte aan de formatie toe te voegen. Dit in afwachting van de uitkomsten van een meer uitgebreid tijdschrijfonderzoek.
Het tijdschrijfonderzoek is in Q4 afgerond. Hieruit kwam naar voren dat Veilig Thuis qua uitvoerend personeel 30-40 % structureel onder formatie zit om het aantal adviezen, meldingen en onderzoeken binnen de daarvoor geldende termijnen af te ronden. Dit verklaart waarom er iedere keer een wachtlijst ontstaat en blijft bestaan, ook nadat er tijdelijk personeel wordt ingezet om deze weg te werken. Eind 2021 zijn er regionale gesprekken gestart om te onderzoeken welke dekkingsmogelijkheden er zijn om de noodzakelijke uitbreiding te kunnen faciliteren en wat dit betekent voor de individuele bijdrage per gemeente.
- Toename meldingen Meld- en Adviespunt bijzondere zorg
De trend dat het aantal meldingen bij het Meld- en Adviespunt Bijzondere Zorg hoger is dan begroot zet door en is ook toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Er zijn in het eerste half jaar bijna 100% meer meldingen ontvangen dan begroot. Door de transitie in de zorg van kliniek naar maatschappij, zijn er meer kwetsbare mensen in wijken (al dan niet met passende zorg- en ondersteuning). Het vermoeden is dat door de coronacrisis meer kwetsbare mensen lang op zichzelf waren aangewezen, wat leidde tot meer meldingen van overlast of verwaarlozing.
- Onderzoek jongerenwerk/straathoekwerk
In 2021 is er in samenwerking met de GGD een taakstelling ad € 75.000 doorgevoerd op het budget van Straathoekwerk. Tegelijkertijd is er gestart met de uitwerking van de herinrichting van het jongerenwerk en wordt er onderzocht welke impact dit heeft voor Straathoekwerk en de positionering bij de GGD. Er zijn inmiddels gesprekken geweest met zowel Straathoekwerk als de GGD om mogelijke ideeën voor herinrichting/ herpositionering uit te wisselen. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat de kennis en expertise van Straathoekwerk niet verloren gaat. In Q3 en Q4 2021 worden de ideeën verder uitgewerkt tot een meer concrete schets en een plan van aanpak. Dit komt tot stand in afstemming met Straathoekwerk/ GGD en de andere betrokken spelers, zoals de wijkteams. In deze uitwerking worden onder andere de concrete randvoorwaarden, kansen en risico’s van de herinrichting belicht. Hieruit volgt een concrete planning voor de daadwerkelijke uitrol. De inzet is dat de herinrichting uiterlijk per 1 januari 2023 gerealiseerd is.
- Ontwikkelingen toegang jeugdzorg
De GGD is aanbieder van drie Jeugdteams in Zaanstad en voert de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) uit in de Centra Jong. De huidige overeenkomst eindigt op 31 december 2021. De gemeente zet vanaf 2022 in op één Stedelijk Jeugdteam.
- Toename geboorten in 2021
De verwachting is dat we in 2021 zo’n 400 geboorten meer zullen hebben dan in voorgaande jaren (definitieve cijfers zijn nog niet bekend). Tevens zijn in de eerste helft van 2021 327 kinderen uit het buitenland in de regio komen wonen. Uiteraard leggen beide zaken een extra druk op de uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ).
- GGD 3.0
Het is van belang dat de GGD een toekomstbestendige organisatie wordt. Er zijn nu meerdere knelpunten op het gebied van bedrijfsvoering. Er is ook een aantal knelpunten waar nu geen financiële kaders aan gegeven zijn. De GGD heeft bijvoorbeeld aangegeven dat de salarisschalen van de artsen Infectieziektebestrijding (IZB) en de artsen Jeugdgezondheidszorg (JGZ) achterblijven bij de landelijke norm. Het Algemeen Bestuur heeft eind vorig jaar besloten om naar aanleiding van meerdere geconstateerde knelpunten samen met de GGD te kijken naar de toekomst en heeft dit de naam "GGD 3.0" meegegeven. De geconstateerde knelpunten op het gebied van bedrijfsvoering spelen een rol in deze doorontwikkeling van de GGD. Er is inmiddels een stuurgroep, een kerngroep en een ambtelijke werkgroep opgericht, in alle gremia is Zaanstad vertegenwoordigd.
In 2021 zijn alle regiogemeenten geïnterviewd en is aan de hand daarvan een bevindingenrapport opgesteld. Dit heeft geleid tot een opdrachtformulering aan GGD Zaanstreek-Waterland en de regiogemeenten om gezamenlijk tot een toekomstbestendige GGD te komen. De eerste resultaten met betrekking tot het toekomstbestendig maken van de GGD worden naar verwachting in de loop van 2022 verwacht.
Risicoprofiel
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een GGD in stand te houden voor de uitvoering van de taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Het risicoprofiel van de GGD is hoog: de financiële bijdrage in de Gemeenschappelijke Regeling is groot (ruim € 6,1 mln.in 2021 obv meerjarenbegroting 2021-2024), terwijl de gemeente Zaanstad, in verhouding tot deze financiële bijdrage, maar beperkte invloed heeft in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft één stem. Dit betekent voor Zaanstad een stemverhouding van 12% en een financiële bijdrage van 47% in het gemeenschappelijke deel. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn eveneens groot: de activiteiten van de GGD betreffen de gezondheid van de inwoners. Een probleem op het gebied van volksgezondheid haalt direct de pers en heeft zijn weerslag op de politiek.
Een actuele reden voor hoge risicoprofilering is de noodzaak om van de GGD een meer toekomstbestendige organisatie te maken.
Financiële positie
jaarrekening 2021
De conceptcijfers over de jaarrekening 2021 zijn nog niet beschikbaar.
De halfjaarrapportage 2021 geeft een positief resultaat van € 215.000, al is dat mogelijk niet representatief voor heel 2021. Hier waren de CAO resultaten namelijk nog niet meegenomen. Eventuele loonsverhoging zal met terugwerkende kracht uitgekeerd moeten worden. Ook zijn er a.g.v. Corona middelen niet uitgegeven die later in het jaar al dan niet ingehaald zijn.
Weerstandsvermogen
Het Algemeen bestuur heeft in april 2021 ingestemd met het voorlopig vasthouden aan het bestaande beleid ten aanzien van de algemene reserve waarmee een percentage van 5% wordt aangehouden van de gemeentelijke bijdragen aan de Gemeenschappelijke Regeling. Het Algemeen Bestuur besloot verder een extern bureau opdracht te geven een risico-inventarisatie inclusief simulatie uit te voeren als basis voor het vaststellen van de benodigde weerstandsvermogen in de toekomst.
In de jaarrekening 2020 van de GGD is vermeld dat : ‘Om goed weerstand te kunnen bieden aan de financiële risico’s van de GGD is de gewenste omvang van de Algemene Reserve 5% over de gemeentelijke bijdragen. De gemeentelijke bijdragen bedragen voor 2020 € 12.257.830. 5% hierover bedraagt € 612.892. De Algemene Reserve Markttaken heeft eind 2020 een omvang van € 124.397.’
Risico’s
In de begroting 2022-2025 benoemt de GGD als risico :
- Eigen risicodrager WW-verplichting. Dat betekent dat bij ontslag of einde dienstverband (bij tijdelijke aanstellingen) de eventueel uit te betalen WW-uitkering verhaald wordt op de GGD.
- Omvang van de projectenportefeuille. De projectenportefeuille voorziet voor een groot deel in de dekking van de overhead van de GGD. Mocht de omvang van de projectenportefeuille worden verkleind, dan wordt de bijdrage vanuit de projecten in de overhead van de Gemeenschappelijke Regeling kleiner waardoor de lasten in de Gemeenschappelijke Regeling onder druk komen te staan.
- Calamiteiten binnen het taakveld van de GGD. Als zich in de regio calamiteiten voordoen die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld uitbraak infectieziekte), of in het kader van de rampenbestrijding inzet vragen van de GGD, zullen hieruit kosten voortvloeien. Met deze kosten is in de begroting geen rekening gehouden.
Wij vullen deze risico’s vanuit onze gemeentelijke risico-inventarisatie aan met:
- De decentralisaties leiden tot meer verscheidenheid in (de uitvoering van) beleidskeuzes bij de deelnemende gemeenten op gebieden als participatie en (jeugd)gezondheidszorg. Wanneer de behoeften of verwachtingen van de gemeenten in de GR uiteen gaan lopen als het gaat over dienstverlening en bekostiging, maar slechts gestuurd kan worden met elkaar, dan kan een bestuurlijk spanningsveld ontstaan. Het risico is dat geen vorm gevonden wordt om ruimte te bieden aan het eigen beleid van de deelnemende gemeenten en dat de dienstverlening van de GGD aan de inwoners van Zaanstad niet in overeenstemming is met de wens van het bestuur.
- Toekomstbestendigheid van de organisatie van de GGD. Er zijn nu meerdere knelpunten op het gebied van bedrijfsvoering. Het Algemeen Bestuur heeft besloten om naar aanleiding van meerdere geconstateerde knelpunten samen met de GGD te kijken naar de toekomst en heeft dit de naam "GGD 3.0" meegegeven.
- Risico’s als gevolg van Corona: Het Ministerie heeft toegezegd alle extra kosten i.v.m. Corona te betalen, onder voorwaarde dat de gemeente de eerder vastgestelde begroting handhaaft en de vergoeding voor de niet of minder uitgevoerde activiteiten niet terugvordert. Daarnaast krijgt de GGD geen coronavergoeding van het Rijk voor personeel wat normaal gesproken gemeentelijke taken uitvoert. Zo is eind 2021 veel fte die wij als gemeente betalen via de gemeenschappelijke regeling of projecten, ingezet op de boostercampagne. Dit heeft gevolgen voor de taken waarvoor wij de GGD opdracht geven, dit veroorzaakt bijvoorbeeld achterstanden in de jeugdgezondheidszorg. Daarbij is het wel zo dat kritische processen, zoals zorg voor jonge zuigelingen en vaccinaties voor kinderen onder de 4 jaar, altijd (zijn) doorgegaan.
Beheersmaatregelen
- Om samen te kunnen blijven sturen is het van belang dat in het bestuur gesproken kan worden over de belangen van individuele gemeenten en dat oplossingen gezocht en gevonden worden die zoveel mogelijk recht doen aan de ruimte die gemeenten vragen. Dit vraagt bereidheid van alle deelnemers, maar zeker ook van het GGD management, om met gevoel voor verhoudingen en rollen deel te nemen aan de discussies en een open dialoog te faciliteren. Zaanstad zal hier aandacht voor blijven vragen.
- De GGD wordt verzocht om de gemeente tijdig te informeren over eventuele wijzigingen in het compensatiebeleid van het Rijk, zodat de gemeente (eventueel in VNG verband) invloed kan uitoefenen op de compensatieafspraken.
- De contractmanager, kennisspecialist gezondheid en kennisspecialist jeugd hebben twee keer per jaar overleg met het Management team van de GGD over de resultaten en financiën van de contracttaken om zo vroeg mogelijk aan te kunnen geven of een contracttaak zal worden beëindigd.
- Door intern goed te blijven afstemmen met betrekking tot de GGD ontstaat er meer grip op de uitvoering en kosten van taken van de GR-GGD en de overige niet GR-taken (contracttaken) van de GGD.
hoog - Publiekrechtelijk Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domein(Bedragen x €1.000)Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domeinRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - regeling zonder meer
Oprichtings-/publicatiedatum:21 januari 2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:middelOpenbaar belangGezamenlijke inkoop en beleidsvoorbereiding en -uitvoering.
Bestuurlijk belangDeze lichte vorm van publieke samenwerking kent geen bestuur.
Stemverhouding: n.v.t.Actualiteiten en risico'sDe RZM, een lichte variant van een gemeenschappelijke regeling, betreft de afspraak tot samenwerking op twee onderdelen van de drie decentralisaties (Jeugdhulp en Wmo) met de 7 andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland en Wormerland). Om deze samenwerking in de praktijk te realiseren, heeft de gemeente Zaanstad vanaf 2014 met de regiogemeenten een Dienstverlenings- en samenwerkingsovereenkomst “Regionale Inkoop Sociale Domein” (hierna: DVO) afgesloten.. In 2015 is de samenwerking geëvalueerd. De gemeenten Purmerend en Beemster hebben toen besloten om ten aanzien van de Wmo vanaf 1 januari 2016 zelf hun inkoop- en contractmanagement te organiseren. De gemeente Edam-Volendam doet met ingang van 1 juli 2016 zelf het inkoop- en contractmanagement t.a.v. de Wmo. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de huidige DVO. De uitgetreden gemeenten willen de zorg dichter op hun inwoners organiseren. Voor de Jeugd regelt Zaanstad de inkoop en het contractmanagement van de Regionale raamovereenkomsten die de regio Zaanstreek-Waterland samen met de regio Amsterdam-Amstelland met zorgaanbieders heeft afgesloten.
De nieuwe gemeenschappelijke regeling en DVO is per 1 januari 2019 ingegaan. De looptijd is tot eind 2024.
middel