Financiële kengetallen
Om de horizontale verantwoording te versterken zijn gemeenten verplicht om een basis set van vijf financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf weerstandsvermogen. De kengetallen vormen een verbinding tussen de verschillende aspecten die de raad in haar beoordeling van de financiële positie kan betrekken om daar een verantwoord oordeel over te kunnen geven. Zij leveren daarmee ook een bijdrage aan hun kaderstellende en controlerende rol. Het gebruik van kengetallen heeft geen functie als normeringsinstrument in het kader van het financieel toezicht door de provincies of het Rijk. Het gaat om de volgende kengetallen:
- Netto schuldquote
- Solvabiliteitsratio
- Kengetal grondexploitatie
- Structurele exploitatieruimte
- Belastingcapaciteit; woonlasten meerpersoonshuishoudens
Kengetallen schuld | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Begroting 2021 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 125% | 113% | 124% | 111% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 119% | 106% | 118% | 103% |
Solvabiliteit | 16,9% | 17,7% | 16,1% | 19,2% |
Kengetal grondexploitatie | 7,9% | 5,1% | 4,3% | 8,6% |
Structurele exploitatieruimte | 3,6% | 3,0% | 0,5% | 3,8% |
Belastingcapaciteit | 113,1% | 110,4% | 122% | 110,4% |
De schuld van Zaanstad is hoog. Dit wordt tevens weerspiegeld in een hoge schuldquote en een lage solvabiliteit. Tegelijkertijd is de betaalbaarheid van de schuld, mede door de gestaag dalende rentelasten, de afgelopen jaren niet onder druk komen te staan. De kengetallen moeten ook tegen die achtergrond worden bezien, hoge of lage rentestanden resulteren niet direct in andere kengetallen. Door de lage rente kan het risico voor de begroting beheersbaar blijven. De lage rente wordt nu tevens gebruikt om de begroting weerbaar te maken tegen eventuele rentestijgingen. Door de looptijd van de leningen meerjarig uit te smeren en juiste lange leningen aan te gaan, zullen toekomstige rentestijgingen niet direct tot grote kostenstijgingen leiden.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft dus een indicatie van de mate waarin de kapitaallasten op de exploitatie drukken. De netto schuldquote wordt berekend door de netto schuld conform BBV te delen door de totale baten (exclusief mutaties reserves). Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote weergegeven zonder en met correctie voor verstrekte leningen. De gemeentelijke inkomsten (baten voor bestemming) zijn de afgelopen jaren geleidelijk gestegen. Hier tegenover staat dat de schulden in 2020 met € 25 mln. zijn afgenomen. Een gevolg hiervan is dat de schuldquote in 2020 met 12 % is afgenomen. Voor een belangrijk deel is dit te danken aan de extra inkomsten rijkssubsidie woningbouwimpuls voor ruim € 20 mln. die we ontvangen hebben in november 2020. Dit is een incidenteel effect dat weer verdwijnt als de woningbouwimpulsgelden worden uitgegeven.
Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio geeft aan welk deel (percentage) van het totaal van wat de gemeente aan geldwaarde heeft (balanstotaal) wordt gevormd door het eigen vermogen.
De omvang van het eigen vermogen is in verhouding tot de omvang van de balans, de begroting en de lopende projecten relatief klein, maar wordt wel toereikend geacht. De komende jaren wordt weer een geleidelijke verbetering verwacht. De VNG geeft als signaalwaarde een percentage van 20%. Nederlandse gemeenten gaan vanwege het artikel 12 vangnet uit de Financiële Verhoudingswet niet failliet en worden nooit geliquideerd. Daarom heeft dit kengetal ondanks deze signaalwaarde maar beperkte waarde. Ook worden investeringen in maatschappelijk nut geactiveerd die niet verkoopbaar zijn, zodat de reserves niet de liquiditeitswaarde weergeven. De vraag of de gemeente de schuld met zijn inkomen kan betalen, is daarom veel belangrijker.
Kengetal grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitaties een forse impact kunnen hebben op de financiële positie van een gemeente. Bij de grondexploitaties van de gemeente investeert de gemeente in bouwgrond. Een voorbeeld van een kostenpost in een grondexploitatie is aankoop van grond. Het saldo van de kosten en baten van een grondexploitatie op een bepaald moment is de boekwaarde. Hoe hoger de boekwaarde op een bepaald moment, hoe hoger het geïnvesteerde vermogen dat de gemeente moet terugverdienen om minimaal op nul uit te komen.
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de terug te verdienen boekwaarde van alle lopende grondexploitaties is in relatie tot de totale geraamde baten van de gemeente. Het afzetten van de boekwaarde tegen de totale baten van de hele gemeente geeft een indicatie van hoeveel is momenteel geïnvesteerd in relatie tot de omvang van de gemeente. Een getal van 10% of hoger wordt gezien als kwetsbaar.
Kengetal structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. De relevantie van dit kengetal voor de beoordeling van de financiële positie schuilt erin dat het van belang is om te weten welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Er is geen VNG-norm voor het niveau van dit kengetal. In 2021 zijn de structurele baten hoger dan de structurele lasten, net als in de afgelopen jaren het geval is geweest. In hoofdstuk 4 is een overzicht van de incidentele baten en lasten opgenomen.
Belastingcapaciteit; woonlasten meerpersoonshuishoudens
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente.
De belastingcapaciteit van 110,4% geeft aan dat de lastendruk van Zaanstad boven het landelijk gemiddelde ligt. Er is wel een dalende trend zichtbaar, wat aangeeft dat we dichter naar het landelijk gemiddelde komen. De relatief hoge lokale lasten worden veroorzaakt doordat de gemeente een hoge rioolheffing heeft als gevolg van de slappe bodem-problematiek. Nu de rioolheffing niet meer 100% kostendekkend is, is hier formeel sprake van enige 'onbenutte belastingcapaciteit'
Zie ook de paragraaf lokale heffingen.