Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk Werkom(Bedragen x €1.000)WerkomRechtsvorm:
Gemeenchappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2018Vestigingsplaats:PurmerendToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe gemeenschappelijke regeling is getroffen voor het doeltreffend en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van de taken van de colleges voortkomend uit of samenhangend met de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening.
Bestuurlijk belangPer 1 januari 2018 hebben de gemeenten Purmerend en Zaanstad samen het Participatiebedrijf opgericht om effectiever te zijn in de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Participatiewet. Namens Zaanstad heeft wethouder Krieger zitting in het bestuur en wethouder Breunesse is waarnemer
Stemverhouding: 50%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Sinds de oprichting heeft Werkom zich in toenemende mate ontwikkeld van SW-bedrijf naar participatiebedrijf. Tegelijkertijd is ook op landelijk niveau ervaring opgedaan met de Participatiewet en zijn er nieuwe inzichten ontstaan over het werken aan deze opgave. Daaruit blijkt dat de arbeidsmarkt nog niet zo inclusief is dat iedereen daar een plek kan vinden. Daarnaast vragen de voortdurende veranderingen op de arbeidsmarkt van de beroepsbevolking om zich tijdig te oriënteren om voldoende wendbaar te zijn wanneer hun arbeidsplaats – op termijn- verdwijnt of sterk verandert.
Deze ontwikkelingen gaan gepaard met veranderingen in de financiële situatie van Werkom. Gezamenlijk zijn die ontwikkelingen de aanleiding voor de ingezette ‘strategische heroverweging Werkomʼ. Binnen de huidige taken en financiële kaders is het onmogelijk, voor Werkom om nog een sluitende begroting op te leveren. Dat komt doordat de mensen met een SW-indicatie die werken bij Werkom geleidelijk uitstromen. Deze plaatsen worden niet in gelijke mate ingevuld door mensen met een beschut werk indicatie. Bovendien zijn de financieringsstromen van de Participatiewet soberder dan de financiering van de SW. De mensen die werken met een SW-indicatie dragen met hun werk bij aan de omzet van Werkom waaruit de organisatie wordt gefinancierd. Door de afname van de SW is dit bedrag gedaald tot een omvang waarmee de huidige omvang van de organisatie niet meer kan worden betaald uit de opbrengsten van de SW. Deze ontwikkelingen maken het wenselijk om opnieuw te onderzoeken welke opdrachten Werkom uitvoert en welk financieringsmodel daarbij past.
Begin 2021 bleek dat Werkom voldoende financiële reserves had om de eerstvolgende begroting (2022 en verder) sluitend op te leveren. Daardoor ontstond meer tijd om te komen tot een vernieuwde koers. Er is voor gekozen om de herijking inhoudelijk aan te vliegen, dat houdt in dat er analyses zijn gemaakt waarbij zowel is teruggekeken als vooruitgekeken naar toekomstige ontwikkelingen, er is met werkgevers gesproken, met inwoners die door Werkom worden begeleid en professionals die daar werken. Tegelijkertijd is gewerkt aan een model waarmee scenario’s financieel kunnen worden berekend. De gevormde scenario’s zijn in september 2021 gepresenteerd in een gezamenlijke raadsbijeenkomst, met gemeente Purmerend. Vervolgens hebben de colleges een voorkeursscenario vastgesteld, waarover de gemeenteraad, naar verwachting, begin 2022 een besluit neemt.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is hoog. Het maatschappelijk belang is groot, het gaat om kwetsbare mensen. De financiële bijdrage van de gemeente is aanzienlijk.
Risico analyse
Governance
De governance van Werkom is duaal. We sturen als eigenaar van het bedrijf, maar ook als opdrachtgever van het bedrijf. Om die rollen duidelijk te scheiden is er voor gekozen om de rol van eigenaar bij de wethouder financiën neer te leggen. De rol van opdrachtgever ligt bij de vakwethouder, zijnde de portefeuillehouder Werk en Inkomen. Dat heeft ook tot gevolg dat de risicobeheersing ook duaal is en dat verschillende aspecten van risico en beheersing onder de verantwoording van verschillende rollen valt. De rollen kunnen niet los van elkaar opereren. Het gaat om het samenspel van de rollen. De meerjarige kaders vanuit de eigenaarsrol werken door in gewijzigde dienstverleningsovereenkomsten in de opdrachtgeversrol. Signalen vanuit de voortgangsgesprekken worden meegenomen in de eigenaarsrol. Dit samenspel wordt ambtelijk en bestuurlijk georganiseerd door een overlegstructuur.
- Eigenaarsrol
Vanuit de eigenaarsrol wordt gestuurd op een meerjarig sluitende begroting. In mei is de zienswijze op de meerjarenbegroting in de raad behandeld. Hierin komt naar voren dat het meerjarige beeld vanaf 2023 nog niet sluitend is. De strategische herijking moet tevens leiden tot meer duidelijkheid over de financiering van Werkom op de middellange termijn.
- Opdrachtgeversrol
De opdrachtgeversrol wordt gestuurd vanuit de dienstverleningsovereenkomst Participatie en dienstverleningsovereenkomst Groenonderhoud. In de periodieke voortgangsgesprekken over participatie wordt met Werkom gesproken over instroom, uitstroom, doorlooptijden, klanttevredenheid en de mogelijkheden voor bijsturing. Tevens heeft Werkom eind 2020 een verbeterplan opgesteld. De bedoeling hiervan is om vernieuwingen door te voeren waardoor meer mensen aan het werk komen. Het gaat om zowel de vernieuwing van processen, methoden en organisatorische aanpassingen. In 2021 is Werkom gestart met de uitvoering en in de kwartaalrapportages wordt hierover gerapporteerd.
Financiële positie
Werkom heeft in haar begroting 2021 rekening gehouden met een negatief resultaat van € 1.020k. Dit tekort zou worden opgevangen door een onttrekking aan de algemene reserve van Werkom. Door corona heeft Werkom te maken met lagere omzet. Echter doordat het Rijk middelen beschikbaar heeft gesteld als compensatie voor lagere omzet en door lagere loonkosten, wordt het resultaat naar verwachting minder negatief dan begroot. Hierdoor is de verwachte onttrekking aan de algemene reserve lager en blijft een hoger bedrag beschikbaar in de algemene reserve om bijvoorbeeld kosten van en gedurende de strategische herijking op te vangen.
In het strategisch herijkingsproces is duidelijk geworden dat de uitvoering van de opdracht van Werkom meer zal kosten. Autonome ontwikkelingen die het gevolg zijn van de daling van het aantal werknemers met een SW-indicatie, groei van het aantal mensen met een beschut werkindicatie en langdurige begeleiding, zullen leiden tot een oplopend tekort in de begroting van Werkom. Hiervoor zijn extra middelen nodig van de gemeenten. De genoemde autonome ontwikkelingen zetten zich bovendien door na 2026, waardoor het tekort ook dan op loopt. Dit vraagstuk speelt niet alleen bij Werkom, maar bij veel participatiebedrijven en gemeenten die zelf uitvoering geven aan de participatiewet.
Berenschot adviseert in opdracht van Purmerend en Zaanstad over een realistische en toekomstbestendige manier van financieren van scenario 3+ voor Werkom.
Bij de gemeentebegroting 2023-2026 zal hiervoor een voorstel worden ingediend. Oplossingsrichtingen die een rol kunnen spelen zijn
A. Extra middelen die het Rijk voor uitvoering van de Participatiewet beschikbaar stelt
B. Ideeën van Berenschot over vernieuwende manieren om Werkom te financieren
C. Bezuinigingen bij Werkom als opties onder A en B genoemd onvoldoende bijdragen
D. Ideeën van Werkom over externe fondsen, samenwerking en activiteiten voor meer doelgroepen.
Het scenario waarover de raden zullen besluiten leidt in 2023 voor Zaanstad tot € 998k extra kosten. Hiervoor is dekking gevonden in de bestaande begroting van programma 2 Werk en inkomen. De tekorten in 2024 – 2026 kunnen niet volledig worden opgevangen binnen de begroting. Hiervoor zal bij de gemeentebegroting 2023-2026 een voorstel worden ingediend, waarin het advies van Berenschot wordt verwerkt.
De raden van Zaanstad en Purmerend zullen begin 2022 besluiten over de door het college voorgelegde koers. Werkom zal het besluit van de raden verwerken in de gewijzigde begroting 2022 en de primaire begroting 2023-2026.
Risico's
Nu Werkom vier jaar bestaat kan gezegd worden dat de basis van het bedrijf in hoofdlijnen op orde is. Dit betekent niet dat het risicoprofiel verandert. Dat blijft ongewijzigd hoog. De komende jaren ligt de focus op het verder vernieuwen van de organisatie conform het te nemen koersbesluit door de gemeenteraad. De jaarlijkse daling van het aantal werknemers met een SW-indicatie leidt tot een jaarlijks oplopend tekort in de begroting van Werkom. Voor het financiële vraagstuk dat hiervan het gevolg is wordt advies ingewonnen bij Berenschot. Werkom opereert in een complexe omgeving. Dat is een risico in zichzelf. De ingebouwde beheersmaatregelen zijn nog steeds passend om die risico’s te beheersen, maar duidelijk is ook dat het perspectief op die risico’s verschuift.
In de begroting zijn conform BBV-voorschriften in de risicoparagraaf expliciete risico’s benoemd:
- Structurele uitstroom van mensen met een SW-indicatie en omzetverlies
- Strategische herijking leidt niet tot een sluitende begroting
- Grotere toename dan verwacht op langdurige begeleiding en nieuw beschut
- Privacy en informatiebeveiliging
Beheersmaatregelen
- NDVO
- Verbeterplan Werkom werkt aan meer uitstroom
- Strategische herijking om een toekomstbestendig handelingskader voor Werkom te creëren
- Advies van Berenschot over de financiering van de nieuwe strategische koers
- Daarnaast stuurt het bedrijf kort cyclisch op de uitvoering door:
- Goed monitoren en tijdig in gesprek gaan met de gemeenten om de landelijke ontwikkelingen goed te volgen
- Goed contact houden met de opdrachtgevers, accountmanagement stevig neerzetten
- Het bestand van mensen in de uitkering van beide gemeenten is groot. Goede afspraken over instroom maken
- Er is een bedrijfsvoeringsoverleg tussen beide gemeenten en Werkom ingericht om ontwikkelingen goed te volgen
hoog
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk Warmtenetwerk Zaanstad (WNZ)(Bedragen x €1.000)Warmtenetwerk Zaanstad (WNZ)Rechtsvorm:
BV
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2019Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet op gang brengen van de transitie naar een aardgasloze gebouwde omgeving. De legitimering van een overheidsinterventie op basis van marktfalen is hier van toepassing op de casus warmtenet in Zaandam-Oost. Het doel is het transporteren van warmte uit o.a. biomassa van Bio Forte aan afnemers in Zaanstad.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse.
Gemeente Zaanstad is samen met Duurzame Energienetwerken Noord-Holland (DENH) eigenaar van het Warmtenet Zaanstad BV. Gemeente Zaanstad heeft een belang van 39% in de Aandelen (uitsluitend stemgerechtigd), alsmede een belang van 100% in de Aandelen C (stemrechtloos)
Stemverhouding: 39,0%Actualiteiten en risico's- Voortgang
Het huidige warmtenet van Warmtenetwerk Zaanstad B.V. (hierna WNZ) in Zaandam-Oost (fase 1) voorziet in het aansluiten van 2.206 woning equivalenten (weq) in 2024 waarvan er in 2021 1.683 zijn aangesloten. Oorspronkelijk was dit 2.600 weq, maar op basis van het wegvallen en vertragen van projecten is deze prognose aangepast.
Er zijn in 2021 125 woningen aangesloten (Gouwpark). Ook zijn er in het afgelopen jaar 3 infrastructurele projecten gerealiseerd: Gouwpark distributienet, Transportnet Zwembad De Slag en Transportnet Oostzijderpark.
Er zijn in 2021 contracten getekend met afnemers Zwembad de Slag, het Regionaal veiligheidskantoor en Oostzijderpark blok F om de weggevallen projecten (Evean verpleegtehuis en Zuiderzeecollege) deels mee te compenseren.
- Resultaten op de businesscase:
De vertragingen die sinds 2019 zijn opgelopen, hebben grote impact gehad op de begrote warmtelevering van WNZ en daarmee op de inkomsten, doordat er minder GJ’s kunnen worden gefactureerd. De schatting van het aantal aan te sluiten woningequivalenten in fase 1 is daarom ook aangepast. Deze vertraging leidt ook in 2021 tot hogere kosten en lagere inkomsten.
- Maatschappelijke onrust biomassacentrale
Het maatschappelijk draagvlak voor de verbranding van houtige biomassa is tanende. Omdat WNZ houtige biomassa beschouwt als een transitiebrandstof is een zoektocht voor een alternatief (binnen ongeveer 15 jaar) voorzien. De uitdaging hiervoor is het vinden van een oplossing die voldoende CO2 reduceert, betaalbaar is en genoeg draagvlak geniet. Op dit moment is er nog geen alternatief in zicht dat aan al deze voorwaarden voldoet.
- Korte terug- en vooruitblik 2021-2022
Op 28 oktober 2021 heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) plaatsgevonden. Hier is het Operationeel Businessplan 2022/2023 vastgesteld. Het businessplan fase II is eind november met gemeente Zaanstad gedeeld met het verzoek om dit in 2022 te bespreken in een AvA.
In oktober is door gemeente Zaanstad de BZK-regeling Proeftuin Aardgasvrije Wijken aangevraagd. Er is voor een wijk gekozen met gestapelde bouw waarbij collectieve warmtevoorziening zoals afname van retourwarmte van het warmtenet in Zaandam-Oost een aantrekkelijke optie is. Toekenning van de aanvraag moet nog plaatsvinden en het is uiteindelijk aan de particuliere eigenaren in het gebied (veelal VvE’s) om voor een warmteoplossing te kiezen. Een keuze voor warmte van het warmtenet in Zaandam-Oost zal bijdragen aan de businesscase.
In april 2021 heeft gemeente Zaanstad bericht ontvangen van de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft definitief geoordeeld dat er geen sprake is van staatssteun.
Financiële positie / Onderbouwing voorziening
Er is op dit moment geen aanleiding om de voorziening aan te passen. Hoewel er enkele risico’s zijn (beperking van ammoniak en stikstofuitstoot, verminderd draagvlak biomassa) is het nog niet te zeggen of deze risico’s negatieve invloed hebben op de lange termijn uitrol van het warmtenet. De volgende overwegingen liggen hier aan ten grondslag
- De grote projecten de Gouw en Oostzijderveld lopen nog steeds (ondanks vooralsnog ‘tegenvallende’ resultaten door vertraging en mogelijk lagere afname door BENG-eisen). Daarmee is er geen aanleiding om de aandelen af te waarderen. De vooruitzichten zijn nog verre van concreet, dus er is ook nog geen toekomstige geldstroom die vrijval van de voorziening onderbouwd.
- Indien toekomstige resultaten achterblijven ontstaat wellicht op een moment wel de vraag in hoeverre de solvabiliteit van WNZ in gevaar komt. Daar is nu nog geen sprake van.
- Voor onderbouwing van het risico gaat het vooral om de vraag hoe concreet uitbreiding van het warmtenet in beeld komt. We staan nu nog steeds relatief aan het begin van het project en er is nog geen aanleiding om het risico te herwaarderen.
- Aanleiding om het risico te herzien zijn de uitkomsten van wijkuitvoeringsplannen omdat die iets zeggen over de potentiele afname van het net. Vanaf 2022 en in 2023 zal de eerste lichting van de wijkuitvoeringsplannen plaatsvinden.
- Ook belangrijk is de zoektocht naar nieuwe warmtebronnen en de financiering hiervan, aangezien er na afronding van fase 1 nog maar weinig GJ’s van de biomassacentrale over zijn (ook als de centrale op volle capaciteit draait) om gebouwen mee te verwarmen.
Risicoprofiel
Het financieel belang is hoog. De gemeentelijke deelneming is onderhandeld op € 4,25 miljoen. Deze deelneming is op die basis nu gewaardeerd op € 1,95 miljoen. Gemeente Zaanstad heeft een voorziening getroffen voor het verschil van € 2,3 miljoen. Het risico dat de getroffen voorziening te klein blijkt (omdat de marktwaarde van de deelneming daalt) is opgenomen als risico voor het weerstandvermogen. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn groot: de activiteiten van Warmtenetwerk Zaanstad B.V. richten zich op het leveren van warmte aan inwoners. De gemeente participeert in het Warmtenetwerk Zaanstad B.V. vanuit het publieke belang en de maatschappelijke doelen die de gemeente wil realiseren.
Risico’s
- Publieke opinie over het gebruik van op hout gestookte biomassacentrales, zoals in de biomassacentrale voor het warmtenet in Zaandam-Oost, wordt negatiever
- Als er onvoldoende voortgang wordt geboekt op het ontwikkelen van alternatieve warmtebronnen, heeft dit tot gevolg dat:
- Uitbreiding van het warmtenet langer duurt
- Biomasscentrale mogelijk langer blijft werken
- • Mogelijk kan er minder warmte kan worden getransporteerd doordat de warmteproducent minder warmte kan produceren dan in de businesscase was voorzien. Oorzaak hiervan is dat de warmteproducent, BioForte, niet meer stikstof en ammoniak mag uitstoten dan de ruimte die op grond van de Wet natuurbescherming aan BioForte is vergund. De aan de biomassacentrale vergunde uitstootruimte heeft tot gevolg dat de biomassacentrale op dit moment niet haar maximale capaciteit kan benutten.
Beheersing
- De raadsleden informeren over de ontwikkelingen op het gebied van alternatieve warmtebronnen.
- Samen met provincie en met MRA gemeenten actief optrekken in dit dossier.
- Actieve deelname door Zaanstad in o.a. VNG om invloed uit te kunnen oefenen op de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening (Warmtewet 2.0) om het Zaanse model van het open net te borgen in deze wetgeving.
- BioForte, en betrokken partijen in het warmtenet, waaronder WNZ, zijn met elkaar in gesprek om uit te zoeken of de beperking in de productie en het transport van de warmte van BioForte kan worden opgelost.
hoog - Privaatrechtelijk Alliander(Bedragen x €1.000)AllianderRechtsvorm:
Naamloze Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1 juli 2009Vestigingsplaats:ArnhemToezichtsregime:middelOpenbaar belangNetbeheer en distribueren van elektriciteit en gas voor producenten en afnemers. Voor burgers en ondernemers is een goed werkend en betaalbaar distributienetwerk van gas en elektriciteit cruciaal. Alliander heeft een belangrijke rol in het mogelijk maken van verdere verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.
Bestuurlijk belangWethouder Baerveldt vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Mutluer
Stemverhouding: 0,9%Actualiteiten en risico'sActualiteiten en risico's
Als gevolg van de oplopende investeringen in de energietransitie, heeft Alliander een voorstel voor kapitaalversterking voorgelegd aan de aandeelhouders. Voor gemeente Zaanstad betekent dit een participatie van € 5,4 mln in een reverse coverteerbare hybride obligatielening. De raad heeft hiertoe in November 2021 besloten. Met uitzondering van 6 kleine gemeenten, hebben alle andere aandeelhouders van Alliander aan de kapitaalversterking deelgenomen waardoor het benodigde kapitaal aangetrokken is dat noodzakelijk is voor het noodzakelijke hogere investeringsvolume. Door deelname blijft het aandeel van Zaanstad in Alliander onveranderd en ontstaat een toename van baten door de gegarandeerde rente over de lening.
Op 24 februari 2022 is de jaarrekening 2021 beschikbaar. Daarom worden hier de halfjaarresultaten van Alliander opgenomen. Over het eerste halfjaar van 2021 rapporteert Alliander een nettowinst van € 119 miljoen (2020: € 92 miljoen). De bedrijfsopbrengsten over de eerste zes maanden zijn met € 71 miljoen gestegen naar € 1.081 miljoen (2020: € 1.010 miljoen). De totale bedrijfskosten zijn het afgelopen halfjaar met € 46 miljoen opgelopen ten opzichte van dezelfde periode in 2020. Deze stijging van de kosten komt voornamelijk door de hogere doorbelasting van TenneT, de stijging van de kosten voor netverliezen en toenemende afschrijvingen. Dit laatste wordt veroorzaakt door de stijging van onze investeringen in de afgelopen jaren in verband met de energietransitie.
middel