Ruimtelijke en gebiedsontwikkeling

Financiën

Bedragen x € 1.000

Toelichting op afwijkingen per programma

Programma 4 heeft over 2021 een positief sado van -€ 0,77 mln.

In programma 7 is toegelicht dat in elk programma een saldoverschil is ontstaan door de technische correctie op de toerekening van de apparaatslasten. Voor dit programma is dat per saldo een nadeel van € 0,76 mln (-€ 3,5 mln op de baten en € 4,2 mln op de lasten). Als we deze correctie niet meetellen, bedraagt het (werkelijke) saldo van dit programma -€ 1,53 mln. voordelig.

Het werkelijke saldo bestaat uit -€ 7,5 mln. lagere lasten en € 4,5 mln. lagere baten. Daarnaast zijn er bij de reserves € 1,1 mln . hogere toevoegingen en € 0,3 mln . lagere onttrekkingen. Onderstaand wordt dit resultaat op hoofdlijnen toegelicht:

Lasten
Het verschil in de lasten van -€ 7,5 mln. wordt met name verklaard door lagere lasten (-€ 8,7 mln.) binnen het product Gebiedsontwikkeling. Deze verschillen zijn verklaard in het MPG 22.1.

Het resterende verschil van € 1,2 mln. aan hogere lasten wordt grotendeels verklaard door:

  • Er was niet begroot in 2021 om woningen aan te kopen in het kader van het programma Hoogspanning. Het zijn er uit eindelijk zes geworden ad € 1,72 mln. Daarnaast zijn er ongeveer € 0,03 mln. aan niet begrote kosten inzake diverse woningen Hoogspanning. Deze kosten worden gedekt door de subsidie van het rijk (zie toelichting baten).
  • Er zijn saldo neutrale wijzigingen door zowel hogere lasten als hogere baten. Zo is er een aankoop gedaan van vastgoed bij het project Dwarsstraten (€ 0,8 mln.), waarbij de kosten worden gedekt door de verkoop aan Betaalbare koopwoningen Zaanstad Holding B.V.. Daarnaast is meer subsidie verstrekt dan begroot aan huiseigenaren om energiebesparende maatregelen te treffen (€ 0,4 mln.). Hier staan hogere opbrengsten tegenover (zie ook de toelichting onder de baten).
  • Er zijn afwijkingen op begrote lasten die saldo neutraal zijn door even grote wijzigingen in de onttrekkingen aan reserves (zie hiervoor ook bij de reserves). Dat geldt voor meer uitgevoerde Bodem projecten (€ 0,4 mln.) en minder projecten saneringen particulieren (-€ 1.7 mln.), waar een lagere onttrekking uit de reserve bodembeheer tegenover staat. Het geldt ook voor extra uitgaven inzake de Zeeheldenbuurt (€ 0,4 mln.) voor onder andere de herstelkosten van de woningen. Deze kosten worden gedekt uit de bestemmingsreserves GAF en Pilot woningdeals.
  • Er zijn lager dan begrote lasten die gepaard gaan met een lagere onttrekking aan reserves in programma 7. Zo zijn minder kosten gemaakt voor Regiodeal Stedelijke vernieuwing omdat de werkzaamheden in 2021 niet zijn uitgevoerd (-€ 0,1 mln.). Hier staat een lagere onttrekking uit de reserve Regiodeal tegenover (zie toelichting in programma 7). Ook zijn er lagere bestedingen in het voorbereidingsbudget van de woningbouwimpuls (- € 0,34 mln.). Hier staat een lagere onttrekking uit het transformatiefonds tegenover (zie toelichting in programma 7).
  • De toevoeging aan de PRI egalisatiereserve is (€ 0,14 mln.) hoger dan begroot (zie ook de toelichting onder de reserves).

Baten
Het verschil in de baten van € 4,5 mln. wordt met name verklaard door  lagere baten (€ 7,7 mln.) binnen het product gebiedsontwikkeling. Deze verschillen worden verklaard in het MPG 22.1.

Het resterende verschil van € -3,2 mln. hogere baten wordt grotendeels verklaard door:

  • Zoals onder de lasten beschreven zijn er hogere baten gerealiseerd door verkoop vastgoed bij project Dwarsstraten (- € 0,8 mln.) en subsidiebaten om huiseigenaren die energiebesparende maatregelen treffen te compenseren (- € 0,4 mln.).
  • Extra inkomsten (-€ 1,73 mln.) van het rijk die niet waren begroot voor het programma Hoogspanning (zie toelichting lasten).
  • Extra legesinkomsten (-€ 0,1 mln.) in het kader van urgentie en leegstand..
  • Bij MAAK Zaanstad zijn er voor -€ 0,2 mln. meer aan bijdragen ontvangen vanuit de MRA en Provincie Noord Holland.
  • Voor het PRI budget geldt dat er -€ 0,1 mln. hogere opbrengsten zijn geboekt vanwege onder andere hogere bijdragen uit intentieovereenkomsten door ontwikkelaars.

Toevoegingen reserves

Er is in 2021 € 1,1 mln. meer toegevoegd dan begroot. Dit is het gevolg van de hogere toevoeging binnen het product Gebiedsontwikkeling (€ 1,0 mln.). Voor de toelichting wordt verwezen naar MPG 22.1. Daarnaast is er € 0,1 mln. meer toegevoegd aan de reserve PRI-Egalisatie, zie ook de hogere lasten die hierboven reeds zijn toegelicht.

Onttrekkingen reserves

Er is in 2021 € 0,3 mln. minder onttrokken dan begroot.

Bij de lasten is toegelicht dat er minder saneringen zijn uitgevoerd voor het project Diffuus lood (-€ 1,7 mln.) en tegelijk de lasten op het budget Bodem € 0,4 mln. hoger zijn. Dit verklaart per saldo een lagere onttrekking van -€ 1,3 mln. Daar is ook de hogere onttrekking voor de Zeeheldenbuurt toegelicht (€ 0,4 mln.).

Tot slot heeft er binnen het product Gebiedsontwikkeling een hogere onttrekking plaatsgevonden van per saldo € 0,6 mln. Voor de toelichting wordt verwezen naar MPG 22.1

Deze pagina is gebouwd op 05/25/2022 13:24:49 met de export van 05/25/2022 12:56:47