Bij de grote stedelijke ontwikkelingen in Zaanstad hoort een toekomstbestendig ingerichte openbare ruimte. Groen en water in en om de stad zijn belangrijke vestigingsfactoren en bieden volop ruimte voor recreatief gebruik dat goed is voor de gezondheid van de Zaankanters. Vergroening van de leefomgeving is een uitgangspunt. De nieuwe en de bestaande woongebieden moeten bewoners uitnodigen tot recreëren en bewegen. Er zijn goede verbindingen naar het buitengebied voor voetgangers en fietsers. De recreatieve mogelijkheden van de (vaar)wateren worden benut. |
---|
Activiteiten en realisatie
Inspelen op gebiedsontwikkeling
Bij elk bouwplan komen adviezen binnen vanuit stedenbouwkundige en landschappelijke invalshoeken. De ambities uit het Groen- en Waterplan zijn ingebracht bij diverse ontwikkel- en bouwinitiatieven, waarbij we het stappenschema uit het Groen- en Waterplan hanteren. Ook kregen wij ecologisch advies op een tal van ruimtelijke ontwikkelingen en bouwprojecten, waaronder de projecten ‘het Zaankwartier bij Meneba’ en ‘Overtuinen’. |
---|
Kwaliteit voor verblijfsruimte
Vanwege de actualisatie van het uitvoeringsprogramma van het Groen- en Waterplan hebben we de aanpak om te komen tot criteria voor de aanpak voor groenarme buurten en de doorvertaling daarbij naar een SMART-pakket van maatregelen bij stedelijke verdichting, uitgesteld tot een later tijdstip. |
---|
Realiseren uitvoeringsagenda Groen- & Waterplan
In 2021 is het Uitvoeringsprogramma geactualiseerd. In het kader van het geactualiseerde Uitvoeringsprogramma Groen- en Waterplan Zaanstad (GWP) is het Integraal Gebiedsprogramma polder Westzaan van start gegaan, dat in 2022 haar vervolg krijgt. De raad krijgt over de voortgang van de projecten uit dit geactualiseerde Uitvoeringsprogramma GWP op een apart moment een toelichting. |
---|
Transities landelijk gebied
De eerste resultaten van het Nationaal Onderzoeksprogramma Bodemdaling Veenweiden laten zien dat vernatting van veen meestal een goede manier is om de CO2-uitstoot door veenoxidatie te verminderen. Ook de onderzoekslocatie in het zuiden van Assendelft is voortgezet. Hoe een verdienmodel voor de agrariër er onder natte veenomstandigheden uit kan komen te zien, is daarbij een belangrijk vraagstuk. Daarbij worden verschillende vormen van natte teelten als ook drainage onderzocht. |
---|