Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Alkmaarder en UitgeestermeerRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:5 april 2007Vestigingsplaats:UitgeestToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) is een samenwerkingsverband van twaalf omliggende gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het zet zich in voor:
- het verzekeren van een evenwichtige ontwikkeling van de recreatie en de watersport op en rondom het meer en aangrenzende gebieden;
- het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het onder bovenstaande geformuleerde.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het reguliere programma voor 2021 is voor het grootste deel conform de planning en begroting 2020 uitgevoerd. De voornaamste reguliere werkzaamheden bestaan uit het beheer en onderhoud van de recreatiegebieden, die onder het recreatieschap vallen. Daarnaast beheert het RAUM vastgoedcontracten, die ook opbrengsten genereren. Verder is ook het toezicht houden op het gebruik van de recreatiegebieden bij het RAUM ondergebracht. Tot slot werkt het recreatieschap aan het actueel houden en vernieuwen van het aanbod om aan te sluiten bij wensen en behoeften van de recreant.
Actualiteiten
- In 2021 is de Visie RAUM vastgesteld. Het merendeel van de participanten, waaronder onze gemeente, heeft een zienswijze hierover uitgebracht. Momenteel wordt gewerkt aan het opstellen van het Meerjaren Uitvoeringsprogramma. Planning is, dat eind 2021 dit programma wordt vastgesteld. Door inzet van de reserve van het deelgebied IJmond- Zaanstad, groot € 950.000, binnen het RAUM is er in ieder geval budget voor de uitvoering van projecten in het deelgebied IJmond-Zaanstad. Daarbij wordt ook een koppeling gelegd met projecten van het Zaans Groen- en Waterplan, die in dit deelgebied spelen, zoals aanleg van een Boerenlandpad Kreekrijk – Busch en Dam en een verdere ontwikkeling van het wandelnetwerk in dit gebied en de verdere aanleg van fietspaden in het Omzoomgebied.
- In 2022 staan de volgende werkzaamheden op de rol:
- Ondersteuning van de ondernemers en de betrokken organisaties op het Erfgoedpark De Hoop bij de verdere uitbreiding van dit erfgoedpark;
- Verder uitbreiding van faciliteiten van Landgoed van Rorik zoals vermeld in het ondernemingsplan Landgoed van Rorik.
- Realiseren van financieel evenwicht voor de lange termijn waarbij voor groot onderhoud en vervangingen met de beschikbare middelen door enerzijds bezuinigingen door te voeren en anderzijds meer inkomsten te genereren, conform de besluitvorming uit 2013;
- De bestrijding van waterplanten in het Alkmaarder- en Uitgeestermeer, ingeval van overdadige groei van waterplanten.
- De ontwikkeling bij Dorregeest in de vorm van aanleg van vooroevers;
- De gewijzigde aanpak Waterkwaliteit bij het Zwaansmeer, al dan niet gekoppeld aan de uitvoering van het Vitaal Platteland-Alkmaarder- en Uitgeestermeer ter verbetering van de zwemwaterkwaliteit;
- Het verder uitvoeren van de oever- en natuurontwikkeling Saskerleidam – fase 2; en
- Het voeren van omgevingsmanagement bij bovenstaande ontwikkelingen.
- Pontje Molletjesveer heeft veel last van hangjongeren, die hinder richting passanten veroorzaken. Samen met onze gemeente wordt in het najaar 2021 gekeken, wat de alternatieven zijn, zoals verplaatsing van het pontje richting de Tapsloot en gebruik maken van een vrij varend elektrisch pontje. Vanaf het nieuwe seizoen in 2022 moet de gekozen oplossing functioneel zijn.
Financieel beeld
In het AB van begin juli zijn de zienswijzen op de kadernota 2022 besproken. De reactie van het AB RAUM op de zienswijze van gemeente Zaanstad is als volgt:
Het recreatieschap is van mening dat reeds de nodige stappen en verbeterslagen zijn gemaakt. Het beleid van RNH is om dit proces nog verder te verbeteren en te zorgen voor een juiste en adequate informatievoorziening en –verantwoording. Het advies van de gemeente Zaanstad wordt meegenomen bij de verdere professionalisering van de P&C-cyclus en bij de opzet van de kadernota’s in het bijzonder, te beginnen bij de kadernota 2023.
De kadernota 2022 is conform vastgesteld. De begroting 2022 is in dezelfde vergadering vastgesteld. In de begroting zijn de kaders uit de kadernota 2022 overgenomen en meer in detail uitgewerkt. Daarmee is de begroting op hoofdlijnen gelijk aan de kadernota. Er zijn in de begroting géén (beleids)wijzingen doorgevoerd. Daarom wordt de begroting niet voor zienswijze aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Het verwachten financieel resultaat over 2022 volgens de programmabegroting 2022 van het RAUM eindigt met een positief saldo:
Deelgebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer: -/- € 2.171 negatief
Deelgebied IJmond – Zaanstad € 67.365 positief
Totaal € 65.194 positief
Instellen van bestuursbureau recreatieschappen
In 2021 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het instellen van een bestuursbureau recreatieschappen. Vanaf 1 januari 2022 wordt dit bureau operationeel. Dit bureau neemt de adviserende rol richting de besturen van de recreatieschappen van Recreatie Noord-Holland B.V. over. De rechtspositie van de medewerkers is gelijk aan die van de provincie Noord-Holland. Het bureau is ook bij de provincie gehuisvest. De bekostiging van het bureau vindt via de begrotingen van de recreatieschappen plaats.
Financiële positie
Een sluitend meerjarenperspectief ter dekking van groot onderhoud voor het deelgebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer is haalbaar mits de te verwachten inkomsten de komende jaren ook gegenereerd worden. In dat geval hoeft de participantenbijdrage van de deelnemers niet extra verhoogd te worden. De reservepositie van het deelgebied IJmond-Zaanstad is goed. Het berekende weerstandsvermogen is voldoende. Wel zal via de programmabegroting 2023 in 2022 worden nagegaan of de participantenbijdrage vanaf 2023 eenmalig moet worden verhoogd als gevolg van de instelling van het bestuursbureau recreatieschappen
Zaanstad heeft 12,5% van de stemmen.
Risico's
- Nadelige effecten nieuwe wet Vennootschapsbelastingen.
Beheermaatregelen
- Investeren in verdienvermogen en duurzaam beheer.
middel - Publiekrechtelijk GGD Zaanstreek Waterland(Bedragen x €1.000)GGD Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:01-09-2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangGGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.
Bestuurlijk belangEen lid van het Algemeen Bestuur (AB) heeft in de vergadering van het AB één stem. In die gevallen waarin Zaanstad en Purmerend zwaarwegende bezwaren hebben tegen een voorstel en met het oog daarop tegenstemmen, leidt die tegenstem tot verwerping van het voorstel. Het voorgaande is niet van toepassing op het voorstel tot vaststelling van de begroting respectievelijk de jaarrekening van de GGD. Wethouder Mutluer is lid van het AB, plaatsvervanger wethouder Slegers
Stemverhouding: 12%Actualiteiten en risico'sTerugblik 2021
- Effecten van Corona
De infectieziektecrisis corona is nauw verbonden met één van de basistaken van de GGD, namelijk infectieziektenbestrijding. De GGD heeft in 2020 een sector Corona gevormd om alle corona gerelateerde werkzaamheden onder te brengen en deze financieel te scheiden van de overige GGD taken. Extra uren van vast personeel en extra ingehuurd personeel binnen de sector Corona kan worden gedeclareerd bij het ministerie van VWS.
In 2021 is zoveel mogelijk getracht om de reguliere processen vanaf januari weer volledig op te pakken met inachtneming van de landelijke maatregelen. Dit heeft ook gevolgen voor de werkwijze van de GGD. Zo heeft de 1,5 meter afstand tot gevolg dat minder kinderen op de spreekuren kunnen komen. Ook de sluiting van scholen zorgt voor achterstanden.
- Ontwikkelingen Veilig Thuis
Vanuit het Rijk zijn met ingang van 2020 extra DUVO (Doeluitkering Vrouwenopvang) middelen beschikbaar, onder meer om tegemoet te komen aan de toename van het aantal meldingen van Veilig Thuis. Zaanstad heeft deze extra middelen in 2021, net als in 2020, gebruikt voor het wegwerken van de wachtlijst en de doorontwikkeling van Veilig Thuis.
De doorontwikkeling ziet toe op verbeterde proces- en samenwerkingsafspraken met het lokale veld, inzichtelijke en informatieve kwartaalrapportage, transparante begrotingsopbouw, passende formatieomvang en onderzoek naar meer efficiëntie in interne werkprocessen. Alle stappen in de doorontwikkeling van Veilig Thuis worden afgestemd en gecoördineerd van uit de regionale werkgroep Veilig Thuis, welke verantwoording aflegt aan het Regionale Bestuurlijk Overleg Zorg en Veiligheid. Veilig Thuis is vaste partner deel van de werkgroep.
De inzet op het structureel voorkomen van een wachtlijst is ook in 2021 een belangrijk aandachtspunt geweest. In Q4 2020 en Q1 2021 heeft een extern bureau plm 200 wachtlijstzaken opgepakt en weggewerkt. In Q 2 begin zich toch weer een wachtlijst te ontwikkelen. In Q 3 is er op basis van een quickscan in relatie tot het vaststellen van de benodigde formatie extra regionaal DUVO budget vrijgemaakt om tijdelijk 2,7 fte aan de formatie toe te voegen. Dit in afwachting van de uitkomsten van een meer uitgebreid tijdschrijfonderzoek.
Het tijdschrijfonderzoek is in Q4 afgerond. Hieruit kwam naar voren dat Veilig Thuis qua uitvoerend personeel 30-40 % structureel onder formatie zit om het aantal adviezen, meldingen en onderzoeken binnen de daarvoor geldende termijnen af te ronden. Dit verklaart waarom er iedere keer een wachtlijst ontstaat en blijft bestaan, ook nadat er tijdelijk personeel wordt ingezet om deze weg te werken. Eind 2021 zijn er regionale gesprekken gestart om te onderzoeken welke dekkingsmogelijkheden er zijn om de noodzakelijke uitbreiding te kunnen faciliteren en wat dit betekent voor de individuele bijdrage per gemeente.
- Toename meldingen Meld- en Adviespunt bijzondere zorg
De trend dat het aantal meldingen bij het Meld- en Adviespunt Bijzondere Zorg hoger is dan begroot zet door en is ook toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Er zijn in het eerste half jaar bijna 100% meer meldingen ontvangen dan begroot. Door de transitie in de zorg van kliniek naar maatschappij, zijn er meer kwetsbare mensen in wijken (al dan niet met passende zorg- en ondersteuning). Het vermoeden is dat door de coronacrisis meer kwetsbare mensen lang op zichzelf waren aangewezen, wat leidde tot meer meldingen van overlast of verwaarlozing.
- Onderzoek jongerenwerk/straathoekwerk
In 2021 is er in samenwerking met de GGD een taakstelling ad € 75.000 doorgevoerd op het budget van Straathoekwerk. Tegelijkertijd is er gestart met de uitwerking van de herinrichting van het jongerenwerk en wordt er onderzocht welke impact dit heeft voor Straathoekwerk en de positionering bij de GGD. Er zijn inmiddels gesprekken geweest met zowel Straathoekwerk als de GGD om mogelijke ideeën voor herinrichting/ herpositionering uit te wisselen. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat de kennis en expertise van Straathoekwerk niet verloren gaat. In Q3 en Q4 2021 worden de ideeën verder uitgewerkt tot een meer concrete schets en een plan van aanpak. Dit komt tot stand in afstemming met Straathoekwerk/ GGD en de andere betrokken spelers, zoals de wijkteams. In deze uitwerking worden onder andere de concrete randvoorwaarden, kansen en risico’s van de herinrichting belicht. Hieruit volgt een concrete planning voor de daadwerkelijke uitrol. De inzet is dat de herinrichting uiterlijk per 1 januari 2023 gerealiseerd is.
- Ontwikkelingen toegang jeugdzorg
De GGD is aanbieder van drie Jeugdteams in Zaanstad en voert de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) uit in de Centra Jong. De huidige overeenkomst eindigt op 31 december 2021. De gemeente zet vanaf 2022 in op één Stedelijk Jeugdteam.
- Toename geboorten in 2021
De verwachting is dat we in 2021 zo’n 400 geboorten meer zullen hebben dan in voorgaande jaren (definitieve cijfers zijn nog niet bekend). Tevens zijn in de eerste helft van 2021 327 kinderen uit het buitenland in de regio komen wonen. Uiteraard leggen beide zaken een extra druk op de uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ).
- GGD 3.0
Het is van belang dat de GGD een toekomstbestendige organisatie wordt. Er zijn nu meerdere knelpunten op het gebied van bedrijfsvoering. Er is ook een aantal knelpunten waar nu geen financiële kaders aan gegeven zijn. De GGD heeft bijvoorbeeld aangegeven dat de salarisschalen van de artsen Infectieziektebestrijding (IZB) en de artsen Jeugdgezondheidszorg (JGZ) achterblijven bij de landelijke norm. Het Algemeen Bestuur heeft eind vorig jaar besloten om naar aanleiding van meerdere geconstateerde knelpunten samen met de GGD te kijken naar de toekomst en heeft dit de naam "GGD 3.0" meegegeven. De geconstateerde knelpunten op het gebied van bedrijfsvoering spelen een rol in deze doorontwikkeling van de GGD. Er is inmiddels een stuurgroep, een kerngroep en een ambtelijke werkgroep opgericht, in alle gremia is Zaanstad vertegenwoordigd.
In 2021 zijn alle regiogemeenten geïnterviewd en is aan de hand daarvan een bevindingenrapport opgesteld. Dit heeft geleid tot een opdrachtformulering aan GGD Zaanstreek-Waterland en de regiogemeenten om gezamenlijk tot een toekomstbestendige GGD te komen. De eerste resultaten met betrekking tot het toekomstbestendig maken van de GGD worden naar verwachting in de loop van 2022 verwacht.
Risicoprofiel
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een GGD in stand te houden voor de uitvoering van de taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Het risicoprofiel van de GGD is hoog: de financiële bijdrage in de Gemeenschappelijke Regeling is groot (ruim € 6,1 mln.in 2021 obv meerjarenbegroting 2021-2024), terwijl de gemeente Zaanstad, in verhouding tot deze financiële bijdrage, maar beperkte invloed heeft in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft één stem. Dit betekent voor Zaanstad een stemverhouding van 12% en een financiële bijdrage van 47% in het gemeenschappelijke deel. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn eveneens groot: de activiteiten van de GGD betreffen de gezondheid van de inwoners. Een probleem op het gebied van volksgezondheid haalt direct de pers en heeft zijn weerslag op de politiek.
Een actuele reden voor hoge risicoprofilering is de noodzaak om van de GGD een meer toekomstbestendige organisatie te maken.
Financiële positie
jaarrekening 2021
De conceptcijfers over de jaarrekening 2021 zijn nog niet beschikbaar.
De halfjaarrapportage 2021 geeft een positief resultaat van € 215.000, al is dat mogelijk niet representatief voor heel 2021. Hier waren de CAO resultaten namelijk nog niet meegenomen. Eventuele loonsverhoging zal met terugwerkende kracht uitgekeerd moeten worden. Ook zijn er a.g.v. Corona middelen niet uitgegeven die later in het jaar al dan niet ingehaald zijn.
Weerstandsvermogen
Het Algemeen bestuur heeft in april 2021 ingestemd met het voorlopig vasthouden aan het bestaande beleid ten aanzien van de algemene reserve waarmee een percentage van 5% wordt aangehouden van de gemeentelijke bijdragen aan de Gemeenschappelijke Regeling. Het Algemeen Bestuur besloot verder een extern bureau opdracht te geven een risico-inventarisatie inclusief simulatie uit te voeren als basis voor het vaststellen van de benodigde weerstandsvermogen in de toekomst.
In de jaarrekening 2020 van de GGD is vermeld dat : ‘Om goed weerstand te kunnen bieden aan de financiële risico’s van de GGD is de gewenste omvang van de Algemene Reserve 5% over de gemeentelijke bijdragen. De gemeentelijke bijdragen bedragen voor 2020 € 12.257.830. 5% hierover bedraagt € 612.892. De Algemene Reserve Markttaken heeft eind 2020 een omvang van € 124.397.’
Risico’s
In de begroting 2022-2025 benoemt de GGD als risico :
- Eigen risicodrager WW-verplichting. Dat betekent dat bij ontslag of einde dienstverband (bij tijdelijke aanstellingen) de eventueel uit te betalen WW-uitkering verhaald wordt op de GGD.
- Omvang van de projectenportefeuille. De projectenportefeuille voorziet voor een groot deel in de dekking van de overhead van de GGD. Mocht de omvang van de projectenportefeuille worden verkleind, dan wordt de bijdrage vanuit de projecten in de overhead van de Gemeenschappelijke Regeling kleiner waardoor de lasten in de Gemeenschappelijke Regeling onder druk komen te staan.
- Calamiteiten binnen het taakveld van de GGD. Als zich in de regio calamiteiten voordoen die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld uitbraak infectieziekte), of in het kader van de rampenbestrijding inzet vragen van de GGD, zullen hieruit kosten voortvloeien. Met deze kosten is in de begroting geen rekening gehouden.
Wij vullen deze risico’s vanuit onze gemeentelijke risico-inventarisatie aan met:
- De decentralisaties leiden tot meer verscheidenheid in (de uitvoering van) beleidskeuzes bij de deelnemende gemeenten op gebieden als participatie en (jeugd)gezondheidszorg. Wanneer de behoeften of verwachtingen van de gemeenten in de GR uiteen gaan lopen als het gaat over dienstverlening en bekostiging, maar slechts gestuurd kan worden met elkaar, dan kan een bestuurlijk spanningsveld ontstaan. Het risico is dat geen vorm gevonden wordt om ruimte te bieden aan het eigen beleid van de deelnemende gemeenten en dat de dienstverlening van de GGD aan de inwoners van Zaanstad niet in overeenstemming is met de wens van het bestuur.
- Toekomstbestendigheid van de organisatie van de GGD. Er zijn nu meerdere knelpunten op het gebied van bedrijfsvoering. Het Algemeen Bestuur heeft besloten om naar aanleiding van meerdere geconstateerde knelpunten samen met de GGD te kijken naar de toekomst en heeft dit de naam "GGD 3.0" meegegeven.
- Risico’s als gevolg van Corona: Het Ministerie heeft toegezegd alle extra kosten i.v.m. Corona te betalen, onder voorwaarde dat de gemeente de eerder vastgestelde begroting handhaaft en de vergoeding voor de niet of minder uitgevoerde activiteiten niet terugvordert. Daarnaast krijgt de GGD geen coronavergoeding van het Rijk voor personeel wat normaal gesproken gemeentelijke taken uitvoert. Zo is eind 2021 veel fte die wij als gemeente betalen via de gemeenschappelijke regeling of projecten, ingezet op de boostercampagne. Dit heeft gevolgen voor de taken waarvoor wij de GGD opdracht geven, dit veroorzaakt bijvoorbeeld achterstanden in de jeugdgezondheidszorg. Daarbij is het wel zo dat kritische processen, zoals zorg voor jonge zuigelingen en vaccinaties voor kinderen onder de 4 jaar, altijd (zijn) doorgegaan.
Beheersmaatregelen
- Om samen te kunnen blijven sturen is het van belang dat in het bestuur gesproken kan worden over de belangen van individuele gemeenten en dat oplossingen gezocht en gevonden worden die zoveel mogelijk recht doen aan de ruimte die gemeenten vragen. Dit vraagt bereidheid van alle deelnemers, maar zeker ook van het GGD management, om met gevoel voor verhoudingen en rollen deel te nemen aan de discussies en een open dialoog te faciliteren. Zaanstad zal hier aandacht voor blijven vragen.
- De GGD wordt verzocht om de gemeente tijdig te informeren over eventuele wijzigingen in het compensatiebeleid van het Rijk, zodat de gemeente (eventueel in VNG verband) invloed kan uitoefenen op de compensatieafspraken.
- De contractmanager, kennisspecialist gezondheid en kennisspecialist jeugd hebben twee keer per jaar overleg met het Management team van de GGD over de resultaten en financiën van de contracttaken om zo vroeg mogelijk aan te kunnen geven of een contracttaak zal worden beëindigd.
- Door intern goed te blijven afstemmen met betrekking tot de GGD ontstaat er meer grip op de uitvoering en kosten van taken van de GR-GGD en de overige niet GR-taken (contracttaken) van de GGD.
hoog - Publiekrechtelijk Vervoerregio Amsterdam(Bedragen x €1.000)Vervoerregio AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:7 maart 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vervoerregio Amsterdam heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het AB/DB.
De wethouder van Amsterdam is voorzitter van het DB en tevens voorzitter van de Regioraad
Stemverhouding: 11,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Veranderende mobiliteitsontwikkelingen
Het was duidelijk dat er door de aanhoudende pandemie en onzekerheid over de toekomst niet op de oude weg kon worden doorgegaan. In 2021 konden de meeste Vervoerregio activiteiten doorgang blijven vinden, onder meer door een beschikbaarheidsvergoeding voor het OV. Het Rijk heeft inmiddels aangegeven die vergoeding tot 1 september 2022 te verlenen en voor de periode daarna te willen werken aan een nieuw financieel evenwicht. Tegelijkertijd is er nagedacht over de vraag hoe de Vervoerregio in kan spelen op de veranderende mobiliteitsontwikkelingen. Dat is/wordt gedaan met het Herstelplan OV 2022 en een Transitieprogramma Mobiliteit. Doel is om het toekomstige mobiliteitsaanbod in de regio Amsterdam in balans te brengen met de (veranderde) mobiliteitsvraag richting 2030.
Van begin 2021 tot en met de eerste week van november is sprake geweest van herstel van reizigersaantallen. Vanaf de tweede week van november nam het gebruik van het OV weer af, waarbij de verscherpte maatregelen zoals die sinds die tijd zijn afgekondigd natuurlijk een belangrijke rol spelen. Dit resulteert in herstelpercentages die terugzakken tot onder de 60% (december 2021).
Vervoerregio Amsterdam wordt aandeelhouder GVB
In Amsterdam zijn/worden zaken rondom de OV-samenwerking veranderd zodat er goed OV is en blijft voor de reiziger. Eén van de veranderingen is dat de Vervoerregio aandeelhouder wordt van vervoerder GVB. Hiervoor moest de Gemeenschappelijke Regeling Vervoerregio Amsterdam gewijzigd worden. Na instemming van alle raden is de gemeenschappelijke regeling in 2021 aangepast. Voor het einde van 2021 is de overdracht van het (prioriteits)aandeel in GVB Holding NV. van de gemeente Amsterdam naar Vervoerregio Amsterdam een feit geworden.
Aanbestedingsproces concessiegebied Zaanstreek-Waterland
Vanwege de COVID 19 crisis is de nieuwe OV-concessie Zaanstreek-Waterland uitgesteld naar december 2023. Afgelopen jaar is onder andere gewerkt aan een aanbestedingsstrategie en een programma van eisen. Op 14 december 2021 heeft de regioraad ingestemd met het programma van eisen. Kort daarna is de concessie op de markt gebracht. Planning is dat de concessie in juni ’22 wordt gegund.
Begroting 2022-2025
De Vervoerregio werkt aan een Herstelplan voor het OV in 2022 en aan een Transitieprogramma Mobiliteit dat een aangepast kader vormt voor toekomstige afwegingen. De Regioraad heeft op 26 oktober 2021 ingestemd met de definitieve begroting 2022.
middel - Publiekrechtelijk Centraal Nautisch Beheer(Bedragen x €1.000)Centraal Nautisch BeheerRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:18-03-1994Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het bestuur, plaatsvervanger wethouder Baerveldt
Stemverhouding: 15%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het Centraal Nautische Beheer draagt zorg voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied en het toezicht op de verwijdering van scheepsafval en veiligheidsaspecten rondom het scheepvaartverkeer.
Actuele ontwikkelingen
Plan van aanpak omgang met fosfine: fosfine is een ontsmettingsmiddel, wat in scheepsladingen voor het bestrijden van ongedierte wordt gebruikt. Door een ongeval op een schip is dit plan opgesteld om een kader te hebben bij toekomstige ongevallen. Dit plan van aanpak is in het najaar 2021 ter kennisname aan o.a. de colleges van Burgemeester en Wethouders in de CNB-gemeenten aangeboden.
- Er is een nieuwe Europese richtlijn op gebied van verontreiniging door schepen. Hierdoor zal ook de Wet verontreiniging door schepen moeten worden aangepast, hetgeen ook weer gevolgen voor het Havenafvalstoffenplan heeft. Verwachting is, dat de wijziging en de daarop aan te passen Havenafstoffenplan in 2022 / 2023 zijn beslag gaat krijgen.
- In 2020 is het beleidskader voor het uitvoeren van havenveiligheidsbeoordelingen opgesteld. Deze is in 2021 uitgevoerd, ook in Zaanstad. De beleidsnotitie is vervolgens aan de bevindingen van de havenveiligheidsbeoordelingen getoetst en bijgesteld. De beleidsnotitie is eind 2021 ter vaststelling aan de CNB-gemeenten aangeboden. Begin 2022 zal besluitvorming in Zaanstad plaatsvinden.
- Het CNB is betrokken bij een aantal infrastructurele ontwikkelingen in het Noordzeekanaalgebied, waaronder een oeververbinding voor het langzaam verkeer tussen Amsterdam-Centrum en Amsterdam-Noord en de realisering van de nieuwe zeesluis te IJmuiden. De zeesluis zal begin 2022 in gebruik genomen worden.
- Er is een beperkte aanpassing van de Regionale Havenverordening nodig. Allereerst is de wijziging nodig om Plan van aanpak omgang met fosfine van een wettelijke basis te voorzien. Daarnaast zijn er een aantal omissies in de tekst van de huidige verordening geconstateerd, die aangepast moeten worden. De wijziging van de verordening zal in het voorjaar 2022 ter besluitvorming aan de Raad worden aangeboden.
- Er is een begin gemaakt met een toetsing van de Regionale Verordening aan de concept-omgevingsverordeningen van de CNB-gemeenten. Aan de hand van deze toetsing wordt in kaart gebracht, wat de gevolgen voor de Regionale Havenverordening zijn. Verwachting is, dat deze toetsing in 2022 is afgerond.
- Krachtens de Regionale Havenverordening moeten bunkerlocaties voor conventionele brandstoffen en LNG op het grondgebied van de gemeenten worden aangewezen. Dit moet in alle CNB-gemeenten gebeuren. Planning is voorjaar 2022. Zaanstad zal daarbij geen LNG-bunkerlocaties aanwijzen. Voor het bunkeren van deze brandstof is in het Havengebied van Amsterdam een voorziening getroffen.
- In 2021 is gewerkt aan het opnieuw regelen van de mandatering van bevoegdheden tussen Zaanstad en het CNB in het kader van de volgende regelingen:
- Regionale Havenverordening 2019;
- Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
- Regeling voorkoming verontreiniging door schepen;
- Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen;
- Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer; en
- Binnenvaartpolitiereglement.
Dit zal in het voorjaar 2022 leiden tot het toekennen van nieuwe mandateringen aan het CNB.
- In 2021 is ook gewerkt aan het herijken van de aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren in het kader van de zojuist genoemde regelingen. Dit zal in het voorjaar 2022 leiden tot hernieuwde aanwijzingen.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied is "gemiddeld" laag. Financieel draagt de gemeente Zaanstad nauwelijks bij in de gemeenschappelijke regeling. Het Havenbedrijf Amsterdam NV draagt het exploitatiesaldo. Zaanstad heeft 15% van de stemmen in het Algemeen Bestuur.
Financiële positie
In de opzet van de Gemeenschappelijke regeling CNB draagt het Havenbedrijf van Amsterdam NV het exploitatiesaldo. Er zijn per balansdatum geen activa en passiva: daarom is er geen balans is opgenomen in de jaarrekening CNB. Zaanstad draagt jaarlijks via een vaste bijdrage (€ 11.000,--) aan de uitvoering van verscheidenen taken van het CNB bij .
Risico's
Havenbedrijf Amsterdam NV hanteert een systeem van risicomanagement gebaseerd op Enterprise Risk Management (COSO-ERM). Risico’s op verschillende deelgebieden zijn geïnventariseerd en geclassificeerd op basis van kans en mogelijke impact. Periodiek wordt deze inventarisatie herhaald om gewijzigde of nieuwe risico’s tijdig te kunnen onderkennen.
Beheersmaatregelen
Vanuit de verbonden partij zelf. Het CNB heeft geen eigen weerstandsvermogen. De publieke taakuitoefening is door het CNB gemandateerd aan de Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV. De governance-regels waaraan Havenbedrijf Amsterdam NV moet voldoen, onder andere die van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke taakuitoefening niet in gevaar brengen. Naar de aard van de werkzaamheden is Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV ingericht op het beheersen van mogelijke risico’s aan de hand van de vijf productlijnen in het havenmeesterproces.
Beheersmaatregelen lopen uiteen van:
- goed opgeleid personeel (regelmatige oefening en bijscholing, eigen simulator);
- up-to-date-systemen en technische infrastructuur tot heldere processen & procedurebeschrijvingen met duidelijke bevelstructuur;
- het onderhouden van nauwe contacten met belangrijke externe belanghebbenden zoals Rijkswaterstaat;
- periodieke evaluatie of de bestaande beheersmaatregelen nog afdoende zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.
Vanuit gemeente Zaanstad:
- Begroting en jaarrekening van de afgelopen drie jaren zijn beschikbaar.
- Zaanstad neemt deel aan het Algemeen bestuur van CNB. Minimaal twee keer per jaar is er een bestuursvergadering. De vaststelling van de begroting en jaarrekening vindt plaats in het Algemeen bestuur CNB. Alvorens de jaarstukken ter vaststelling voor te leggen, kunnen de gemeenteraden jaarlijks een zienswijze geven op de jaarstukken.
- Zaanstad participeert in het Beleidsoverleg van het CNB. Dat komt elke twee maanden bij elkaar.
- Voorstellen van Verbonden Partijen tot aanpassing van de statuten en gemeentelijke deelname worden altijd besproken met sector Strategie en Control.
middel - Publiekrechtelijk Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland(Bedragen x €1.000)Veiligheidsregio Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:26 januari 2017Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDoor intergemeentelijke samenwerking uitvoering geven aan:
a. het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
c. het adviseren van het college van B&W over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid
d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
e. het instellen en in stand houden van een brandweer;
f. het instellen en in stand houden van een GHOR;
g. het voorzien in de meldkamerfunctie;
h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
i. het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.
Bestuurlijk belangBurgemeester Hamming is voorzitter van het AB Vervanging wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,8%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Corona & VrZW
Vanaf eind februari 2020 is sprake van een crisissituatie. De veiligheidsregio’s schalen op naar GRIP 4 en landelijk worden diverse maatregelen getroffen om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan. Tot 1 december 2020 verwerkt VrZW de landelijke maatregelen in regionale noodverordeningen. Vanaf 1 december 2020 treedt de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 in werking. Hiermee verschuift het mandaat om uitvoering te geven aan de landelijke maatregelen van de veiligheidsregio naar de gemeenten. De veiligheidsregio blijft wel een rol houden in het faciliteren van de intergemeentelijke afstemming. Dit gebeurt op bestuurlijk niveau door het wekelijks (en later 2-wekelijks) organiseren van Bestuurlijke Afstemmingsoverleggen en RBT-overleggen. En op ambtelijk niveau door het instellen van het Intergemeentelijk Team.
De effecten van de COVID-19 crisis zijn voor de interne organisatie van de veiligheidsregio groot geweest qua inzet en capaciteit. Geplande werkzaamheden of bestaande werkprocessen binnen de organisatie hebben geen (of beperkt) doorgang kunnen vinden. Voorbeelden hiervan zijn het structureel oefenen van de brandweerorganisatie of het opleiden en oefenen van de crisisfunctionarissen uit de verschillende kolommen en het multidisciplinair oefenen. De vrijgekomen capaciteit is voor een groot deel ingezet voor de crisisorganisatie.
Komende jaren zal onder meer in het teken staan van het omgaan en opvangen van de gevolgen van COVID-19. Dit houdt in dat prioriteit zal worden gegeven aan het investeren op de veerkracht van de samenleving en het herstel.
In 2021 heeft VrZW de volgende activiteiten verricht (bron: Burap II 2021):
- In samenwerking met de GGD heeft de veiligheidsregio (GHOR) het dashboard corona ontwikkeld. Via het dashboard worden alle data voor het publiek ontsloten.
- Tot 1 juli 2021 was er sprake van GRIP4, en was de crisisorganisatie van de veiligheidsregio actief.
- Op verzoek van het ministerie van VWS en het veiligheidsberaad hebben de veiligheidsregio’s een coördinerende rol gespeeld in het opstellen en uitvoeren van veiligheidsplannen voor de COVID-19 vaccinatielocaties.
- VrZW heeft samen met de GHOR/GGD, Bevolkingszorg en Politie uitvoering gegeven aan het project ‘Beperken gezondheidsrisico’s COVID-19 bij arbeidsmigranten VrZW’ met als belangrijkste focuspunt de werkomgeving.
Energietransitie
VrZW is in dit kader bezig met het in kaart brengen van de risico’s van de energietransitie voor de fysieke veiligheid, het actief zoeken van de verbinding hieromtrent met gemeenten, omgevingsdiensten en andere partijen binnen dit werkveld en het implementeren van veiligheidsmaatregelen. In praktische zin blijft VrZW bezig haar organisatie inrichten van lineair gebruik van producten naar een steeds meer circulair gebruik. Deze overgang naar verduurzaming van processen biedt eveneens volop kansen voor innovatie, maar is ook kostbaar.
Traject taakdifferentiatie brandweervrijwilligers vertraagd
Vanaf 1 januari 2020 is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA) van kracht. Voor de veiligheidsregio’s geldt vooralsnog dat zij van deze wet zijn uitgesloten gezien het vraagstuk rondom de gevolgen voor de vrijwillige brandweer.
In 2019 is de denktank taakdifferentiatie opgericht met de opdracht om tot een denkrichting te komen waarmee onderscheid ontstaat tussen vrijwilligers en beroepsmedewerkers om daarmee te voldoen aan Europese wet- en regelgeving. Deze opdracht is afgerond waarbij de denktank een viertal bouwstenen benoemd heeft waarvan Bouwsteen 1 de breedste draagvlak heeft bij het Veiligheidsberaad. In de vergadering van 21 juni 2021 van het Veiligheidsberaad met de minister is decharge verleend aan de denktank.
In Bouwsteen 1 gaat het om verplichte beschikbaarheid: de vrijwilliger werkt op basis van vrijwilligheid en kan niet worden verplicht om taken uit te voeren en beschikbaar te zijn op een bepaald moment. Vormen van consignering (het buiten werktijd verplicht oproepbaar zijn voor spoedgevallen) en kazernering (verplichte aanwezigheid op de kazerne) zijn dan niet meer aan de orde. Voor de beroepsmedewerker wijzigt er niets. Naast personele, organisatorische en financiële consequenties heeft implementatie van Bouwsteen 1 ook gevolgen voor de inrichting van de dekking binnen Zaanstreek-Waterland. Gezien de samenhang met het nieuw op te stellen dekkingsplan heeft het bestuur op 1 juli opdracht gegeven consequenties en oplossingsrichtingen van Bouwsteen 1 in kaart te brengen. Eind 2021 zal een eerste inventarisatie worden gepresenteerd. Uiteindelijke besluitvorming maakt deel uit van het op te leveren dekkingsplan en zal rond de zomer van 2022 plaatsvinden. (bron: Burap II 2021)
Invoering Omgevingswet
De nieuwe Omgevingswet zou per 1 januari 2021 in werking treden. De uitbraak van het Covid-19 virus heeft er toe geleid dat de minister de datum van inwerkingtreding opnieuw heeft opgeschort tot 1 juli 2022. De start van de Wet Kwaliteitsborging Bouwen (WKB) is in lijn hiermee ook opgeschort. (bron: Burap II 2021)
Evaluatie wet veiligheidsregio’s
Na het gereedkomen van de evaluatie op de Wet Veiligheidsregio’s lijken hier geen grote consequenties voor VrZW uit voort te komen maar is het wachten op de landelijke uitwerking van de aanbevelingen. Indien meer bekend, zal in de begroting 2023 op de gevolgen voor VrZW worden ingegaan.(bron: Burap II 2021)
Huisvesting Prins Bernardplein
De Veiligheidsregio ZW huurt het pand op het Prins Bernardplein te Zaandam van de gemeente Zaanstad. In 2020 heeft het bestuur van de Veiligheidsregio en het college van B&W van gemeente Zaanstad de intentie uitgesproken tot een langdurig verblijf van de VrZW op de locatie Prins Bernardplein. De nieuwe huurovereenkomst is gereed en wordt in 2022 ondertekend. De overeenkomst gaat in per 1-1-2021.
Financiën
De begroting van VrZW bedraagt in 2021 € 32,6 miljoen. (bron: Begroting 2021)
Op 1 juli jl. is de 1e bestuursrapportage 2021 door het algemeen bestuur vastgesteld met een nadelig exploitatiesaldo van € 54.000. De voorgestelde wijzigingen uit deze 2e bestuursrapportage (kolom ‘wijziging Burap II’) komen per saldo uit op € 685.000 (voordelig) waardoor het verwachte saldo stijgt naar een voordelig resultaat van € 633.000.
De totale baten en lasten van de programma’s bedragen € 33,2 miljoen respectievelijk € 33,0 miljoen.
Op hoofdlijnen kan de conclusie getrokken worden dat de COVID-19 pandemie ook in 2021 voor een onderbesteding van diverse budgetten zorgt. Door de volledige vrijval van de in 2020 gevormde bestemmingsreserve COVID-19 en het niet volledig kunnen uitvoeren van de geplande reguliere activiteiten ontstaat opnieuw een voordelig exploitatieresultaat. Vacatures stonden langer open dan gebruikelijk en enkele doelstellingen die onderdeel van het jaarplan 2021 van VrZW waren, werden doorgeschoven naar 2022.
Vanwege de gevolgen van de pandemie wordt voorgesteld om de budgetten voor drie uitgestelde doelstellingen (opstellen dekkingsplan, actualisatie gebruik Oefencentrum en opstellen arbeidsmarktstrategie en -communicatie, resp. €55.000, €50.000 en €35.000) door te schuiven naar 2022. Daarnaast ervaart VrZW de noodzaak om in lijn met landelijke en internationale ontwikkelingen voor het kantoorpersoneel een hybride, flexibel werkconcept in te voeren. De realisatie ervan vraagt om aanpassing van de huidige kantooromgeving omdat die anno 2006 op een statische, traditionele manier ingericht is. Voor de opzet van een integraal plan is een bedrag van € €75.000 gewenst. Ook voor dit bedrag wordt voorgesteld dit in de bestemmingsreserve op te nemen. Na presentatie van een integraal plan voor hybride werken bij VrZW zal besluitvorming plaatsvinden over de daarvoor noodzakelijke aanvullende budgetten. (bron: Burap II 2021)
Risico's
- De dubbele rol van de gemeente Zaanstad in het Algemeen Bestuur in de rol van voorzitterschap en de rol van vertegenwoordiging van Gemeente Zaanstad kan leiden tot conflicterende belangen.
- Onvoldoende sturing op de exploitatie van de restcapaciteit van het oefencentrum voor commerciële activiteiten. De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de exploitatie van het oefencentrum, Gemeente Zaanstad kan hier beperkt op sturen, maar is wel financieel verantwoordelijk
Beheersmaatregelen
- In samenwerking met de andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland wordt het proces om te komen tot een integraal (ambtelijk) advies aan de burgemeesters in het veiligheidsbestuur op belangrijke financiële / beleidsvraagstukken gemonitord.
- De gemeenteraad wordt jaarlijks de mogelijkheid gegeven haar zienswijze te geven inzake de (meerjaren)programmabegroting van de VrZW. Daarnaast is de VrZW transparant met haar overige P&C producten zoals de bestuursrapportages en de jaarrekening.
hoog - Publiekrechtelijk Rekenkamer Metropool Amsterdam(Bedragen x €1.000)Rekenkamer Metropool AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:20 augustus 2015Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:laagOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. Dit is wettelijk verplicht. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe rekenkamer heeft één lid. Dit lid is tevens directeur. De raden benoemen het lid van de rekenkamer op voordracht van een afvaardiging van de raden door een gelijkluidend besluit. Geen afvaardiging van een collegelid in deze regeling.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sMedio 2021 heeft de adviscommissie alsmede de selectie- en wervingscommissie positief geadviseerd op de voordracht voor de benoeming van mevrouw Daalder tot nieuw lid tevens directeur Rekenkamer Metropool Amsterdam. Daarmee wordt zij lid tevens directeur van de Rekenkamer voor Amsterdam, Zaanstad en Weesp.
laag - Publiekrechtelijk Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Omgevingsdienst NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:17 december 2015Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de colleges bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. Voorts wordt de regeling getroffen ter behartiging van de taken voortvloeiend uit het Besluit risico's zware ongevallen 1999
Bestuurlijk belangWethouder Krieger is lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Breunesse
Stemverhouding: 9,8%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
De inhoudelijke activiteiten van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied liggen voor een groot deel vast vanuit wet- en regelgeving en beleidsdoelstellingen van de opdrachtgevers. Er is sprake van een verhoogde aandacht en inzet op intensieve handhaving en bestuurlijke gevoelige dossiers. De opdrachten nemen in volume en complexiteit toe. Het aantal bedrijven dat de ODNZKG in portefeuille heeft is gestegen en de steeds verdergaande wetgeving vraagt om een intensivering van kennis en kwantiteit.
Het aantal Wob-verzoeken, de complexiteit en daarmee de inspanningen daarvoor zijn het afgelopen jaar explosief gestegen. Handhaving in de bouw noopt soms tot tijdelijke stilleggingen.
Corona effecten
De werkwijze voor het uitvoeren van toezicht en handhaving zijn door Corona aangepast. Dat betekent dat controles zo veel mogelijk digitaal of administratief uitgevoerd worden waar dat mogelijk is. Per werkveld is een aangepaste werkwijze opgesteld met instructies wanneer op locatie wordt gecontroleerd en wanneer een video- of administratieve controle wordt uitgevoerd. De risico’s voor de veiligheid en gezondheid van mens en milieu zijn hierbij altijd leidend. Rekening houdend met de preventieve werking is de OD NZKG zoveel als mogelijk zichtbaar aanwezig in het gebied door rond te rijden.
Omgevingswet
Bij opstellen van de Meerjarenbegroting 2022-2025 is de OD NZKG uitgegaan van een ingangsdatum van de Omgevingswet van 1 januari 2022. Inmiddels is deze datum uitgesteld tot 1 juli 2022.
De invoering van de Omgevingswet heeft een grote impact. De ODNZKG denkt met de opdrachtgevers mee over omgevingsvisies, omgevingsplannen, omgevingsverordening en legesverordeningen. De Omgevingswet is een complexe stelselherziening met als gevolg dat alle gemeenten, provincies en waterschappen en omgevingsdiensten moeten wennen aan de nieuwe regelgeving en wijze van werken.
In 2022 zal er nog veel verduidelijking aangaande de omgevingswet plaatsvinden en worden de nieuwe gemeentelijke omgevingsplannen fasegewijs ingevoerd. Deze complexiteit in combinatie met het vervullen van een nieuwe rol doet een groot beroep op de medewerkers. Daarom is er de komende jaren extra aandacht voor het opdoen van kennis en het ontwikkelen van competenties en vaardigheden.
De mogelijke effecten van taakwijzigingen en – verschuivingen als gevolg van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouw zijn nog niet volledig bekend. Met de opdrachtgevers wordt gesproken over de te verwachten taakwijzigingen, wat de gevolgen daarvan (kunnen) zijn en hoe dit vorm moet krijgen in het takenpakket per medio 2022.
Tevens is het plan opgesteld om middels een intensief driejarig traject alle inrichtingen in het bedrijvenbestand om te zetten naar milieubelastende activiteiten (mba’s) De Omgevingswet verandert het aangrijpingspunt van de milieuregulering van de inrichting naar de mba’s en voor een goede uitoefening van de milieutaken is inzicht in die mba’s noodzakelijk. Voor de omzetting van de 3889 bedrijven onder het bevoegd gezag van Zaanstad wordt voor 2022 uitgegaan van een bedrag van € 135.707,-. De inzet voor dit project wordt apart gemonitord en elk half jaar zal de raming worden bijgesteld.
Asbesttaken
In het gewijzigde Besluit omgevingsrecht is de uitvoering van de VTH-taken bij asbest en sloop onderdeel van het basistakenpakket geworden en daarmee bij de omgevingsdiensten belegd. De OD overlegt met haar opdrachtgevers over een efficiënte overdracht van deze taak van de gemeenten naar de OD. Na de vertraging in het maken van afspraken over de overdracht van deze taak start de OD NZKG in 2022 met de uitvoering om ervaring op te doen. Met de gemeenten Zaanstad vinden overleggen plaats over het overhevelen van deze taken en daarbij behorende financiële consequenties.
Ondermijning
De problematiek van ondermijning groeit. Dit raakt ook de VTH-taken van de OD NZKG. De OD voert met partners acties uit met als doel het terugdringen van milieucriminaliteit. In het kader van Gebiedsaanpak en Ondermijning wordt nauw samengewerkt met gemeenten, provincie, politie, douane, RIEC (Regionaal Informatie- en Expertise Centrum), Belastingdienst, Inspectie SZW en NVWA. Het doel is om deze samenwerking verder op te bouwen en de maatschappij weerbaarder te maken door als één overheid ondermijning tegen te gaan.
Naast de bestaande, veelal gebiedsgerichte aanpak, waarbij bedrijventerreinen gezamenlijk en integraal worden aangepakt (data-uitwisseling, analyses en controles) om illegale activiteiten op te sporen, werkt de OD NZKG aan de verdere ontwikkeling van een (bedrijfsafval)ketenaanpak. Dit wordt in de gehele regio ingegeven door knelpunten (illegale activiteiten) in de afvalwereld en ambities in het kader van de circulaire economie.
Arbeidsmarkt en inhuur
De krapte op de arbeidsmarkt en voor sommige functies beperkte beschikbaarheid van inhuurkrachten, kunnen gevolgen hebben voor het realiseren van de productie- en kwaliteitsafspraken. Dit wordt nog eens versterkt door de extra capaciteit en de specifieke expertise die nodig zijn voor onder andere de implementatie van de Omgevingswet en de uitvoering van het Klimaatakkoord. Dit vraagt om nieuwe kennis en nieuwe specialisaties, bijvoorbeeld voor natuur, water, circulair, digitalisering. Het niet realiseren van productieafspraken leidt tot lagere inkomsten. Dat kan gevolgen hebben voor de dekkingsbijdrage van de overheadkosten. Beheersmaatregelen: De OD NZKG werkt met een flexibele schil van personeel die wordt afgebouwd als het nodig is. De OD NZKG zet extra in op arbeidsmarktcommunicatie en werkt samen met wervingsbureaus en de gemeente Amsterdam. Innovatie op het vlak van digitalisering en data-analyse wordt ingezet om zo efficiënt mogelijk te werken. Daarnaast wordt strategische personeelsplanning ingezet en worden medewerkers zelf opgeleid waaronder trainees, opleidingstrajecten voor zij instromers en training on the job constructies.
Financiën
Halfjaarrapportage 2021
Op basis van de halfjaarrapportage 2021 komt het resultaat uit op € 179.000 negatief en wordt verklaard door lagere opbrengsten van €149.000 en hogere lasten van €30.000. De lagere opbrengsten van € 149.000 bestaat uit bijstellingen van de UVO opbrengsten als gevolg van lagere aantallen. Daar tegenover staan extra baten als gevolg subsidies. Tevens word er een onttrekking gedaan uit de reserve omgevingswet waardoor de baten hoger zijn.
De hogere kosten van € 30.000 worden enerzijds veroorzaakt door externe inhuur als gevolg van moeilijk invulbare functies, daar tegenover staan lagere bedrijfsvoeringskosten o.a. als gevolg van de coronamaatregelen waaronder woon-werkverkeer en opleidingen.
De lasten in de begroting dalen naar € 55,44 miljoen en de baten in de begroting dalen naar € 55,37 miljoen. Hierdoor is er een verwacht resultaat van € 70.000 nadelig voor mutatie reserves. Er vindt vervolgens een onttrekking plaats van € 66.000 en een dotatie van € 175.000 aan de reserves waarmee het totale resultaat uitkomt op €179.000 negatief.
Slotwijziging 2021
Voor 2021 is een laatste begrotingswijziging opgesteld, daarbij is een ondergrens van € 100.000 aangehouden. Het bestuur is gevraagd om in te stemmen met de volgende budget neutrale wijzigingen:
- Verlagen baten programma Bouw -€ 500.000
- Verlagen lasten programma Bodem - € 300.000
- Verhogen baten programma Bodem + € 200.000
Per saldo worden de baten en lasten 300.000 lager en bedraagt het totaal saldo van de begroting € 55,32 miljoen aan lasten en € 55,14 miljoen aan baten (inclusief mutaties reserves).
Risico's
De noodzakelijke weerstandscapaciteit van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied wordt bepaald door kwantificering van de gewogen risico’s. Deze risico’s zijn: veranderende wetgeving primair proces, personele consequenties t.g.v. kwaliteitsborging bouw en PGF bedrijfsvoeringsrisico’s.
Op basis van de risico-inventarisatie in relatie tot de weerstandscapaciteit is het weerstandsvermogen vanaf 2020 1,1 - 1,4. Dit valt binnen de bestuurlijk vastgestelde norm (1-1,5) en is daarmee voldoende.
Beheersmaatregelen
Om risico’s op te kunnen vangen heeft de OD NZKG een risicobuffer in het leven geroepen. De norm voor de ratio van het weerstandsvermogen was in de eerste fase van de organisatie tot 2017 gezet op ruim voldoende (1,5 – 2). Vanaf 2017 is deze norm herzien. De OD NZKG is inmiddels beland in een fase van doorontwikkeling. Een fase waarin de risico’s beter in beeld lijn en steeds meer beheersbaar zijn. Daarom is de norm voor de ratio weerstandsvermogen bijgesteld van ruim voldoende naar voldoende (1-1,5). Er zijn frequent overleggen tussen gemeente en OD, zowel bestuurlijk als ambtelijk op diverse niveaus.
hoog - Publiekrechtelijk Gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam(Bedragen x €1.000)Gezamenlijke ombudsman metropool AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:7 februari 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om op een effectieve en efficiënte wijze vorm en inhoud te geven aan de door de Gemeentewet aan de raad gegeven mogelijkheid om voor de behandeling van verzoekschriften een gezamenlijke ombudsman in te stellen. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe gemeente Amsterdam krijgt mandaat om jaarlijks de begroting en jaarrekening van de ombudsman voor het volgende kalenderjaar vast te stellen. De ombudsman voert ten minste jaarlijks overleg met een vertegenwoordiging van de raden.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sDe huidige Ombudsman, Arre Zuurmond, heeft met ingang van 1 September 2021 zijn ontslag ingediend. Op grond van artikel 16 lid 2 Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam doet het presidium van de gemeenteraad van Amsterdam een voordracht voor benoeming van een nieuwe Ombudsman. . Het presidium van Amsterdam draagt de heer Munish Ramlal voor ter benoeming tot
nieuwe Ombudsman. Gemeente Zaanstad heeft hier in juli 2021 mee ingestemd.
middel - Publiekrechtelijk Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domein(Bedragen x €1.000)Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domeinRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - regeling zonder meer
Oprichtings-/publicatiedatum:21 januari 2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:middelOpenbaar belangGezamenlijke inkoop en beleidsvoorbereiding en -uitvoering.
Bestuurlijk belangDeze lichte vorm van publieke samenwerking kent geen bestuur.
Stemverhouding: n.v.t.Actualiteiten en risico'sDe RZM, een lichte variant van een gemeenschappelijke regeling, betreft de afspraak tot samenwerking op twee onderdelen van de drie decentralisaties (Jeugdhulp en Wmo) met de 7 andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland en Wormerland). Om deze samenwerking in de praktijk te realiseren, heeft de gemeente Zaanstad vanaf 2014 met de regiogemeenten een Dienstverlenings- en samenwerkingsovereenkomst “Regionale Inkoop Sociale Domein” (hierna: DVO) afgesloten.. In 2015 is de samenwerking geëvalueerd. De gemeenten Purmerend en Beemster hebben toen besloten om ten aanzien van de Wmo vanaf 1 januari 2016 zelf hun inkoop- en contractmanagement te organiseren. De gemeente Edam-Volendam doet met ingang van 1 juli 2016 zelf het inkoop- en contractmanagement t.a.v. de Wmo. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de huidige DVO. De uitgetreden gemeenten willen de zorg dichter op hun inwoners organiseren. Voor de Jeugd regelt Zaanstad de inkoop en het contractmanagement van de Regionale raamovereenkomsten die de regio Zaanstreek-Waterland samen met de regio Amsterdam-Amstelland met zorgaanbieders heeft afgesloten.
De nieuwe gemeenschappelijke regeling en DVO is per 1 januari 2019 ingegaan. De looptijd is tot eind 2024.
middel - Publiekrechtelijk Recreatieschap Twiske-Waterland(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Twiske-WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:4-4-2013Vestigingsplaats:ZaanstadToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie - in samenhang met de vorenstaande Gemeenschappelijke Regelingen - tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu, het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifieke en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het reguliere programma voor 2021 is voor het grootste deel conform de planning en begroting uitgevoerd. De belangrijkste taak is het beheer en onderhoud van de binnen het recreatieschap Twiske-Waterland liggende recreatiegebieden, waaronder het Twiske. Daarnaast worden ook vastgoedcontracten beheerd, die ook inkomsten voor het schap opleveren. Tot slot werkt het recreatieschap aan het actueel houden en vernieuwen van het aanbod om aan te sluiten bij wensen en behoeften van de recreant.
Actualiteiten
- Eind 2020 is het Meerjarig Uitvoeringsprogramma vastgesteld. Projecten, die raakvlakken met Zaanstad hebben, zijn in 2022:
- Afronding natuuronderzoek Twiske uit 2021;
- Opstellen zoneringskaart Twiske;
- Opstellen / herijken van beheerplan Twiske, mede op basis van uitkomsten natuuronderzoek en zoneringskaart;
- Nagaan maatregelen i.v.m. bodemdaling en klimaatdoelstellingen voor alle beheergebieden Twiske-Waterland;
- Storytelling / Verhalen vertellen;
- Verkenning van ontwikkelen van buitenpoorten (o.a. Wormerveer);
- Opknappen van Schanszichtpad; en
- Uitbreiden van het wandelnetwerk Laag Holland.
- Zorgboerderij De Marsen: in 2021 is opdracht gegeven voor het in beeld brengen van nieuwe ontwikkelingskansen. In 2022 zullen hieromtrent de uitkomsten worden verwacht.
Financieel beeld
Binnen het recreatieschap T-WL wordt vanaf 1 januari 2020 gewerkt met 1 financiële boekhouding voor beide deelgebieden:
- Voor het recreatiegebied Twiske; en
- Voor het landschap Waterland.
De gemeente Zaanstad heeft een positieve zienswijze gegeven op de meerjarenbegroting. In het AB van juli is de meerjarenbegroting vastgeteld. De programmabegroting 2022 gaat uit van een positief saldo van € 88.473,00. In het positieve saldo is verdisconteerd, dat in 2022 weer openluchtevenementen kunnen plaatsvinden.
Instellen van bestuursbureau recreatieschappen
In 2021 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het instellen van een bestuursbureau recreatieschappen. Vanaf 1 januari 2022 wordt dit bureau operationeel. Dit bureau neemt de adviserende rol richting de besturen van de recreatieschappen van Recreatie Noord-Holland B.V. over. De rechtspositie van de medewerkers is gelijk aan die van de provincie Noord-Holland. Het bureau is ook bij de provincie gehuisvest. De bekostiging van het bureau vindt via de begrotingen van de recreatieschappen plaats.
Risicoprofiel:
Het risicoprofiel van deelname aan de gemeenschappelijke regeling is gemiddeld. Het berekende weerstandsvermogen is voldoende. Zaanstad heeft voor onderdeel Twiske 16,7 % van de stemmen, voor onderdeel Waterland 8,3% van de stemmen.
Risico's
- Financiële positie wordt geleidelijk aan verbeterd en er zijn reserveringen voor de langere termijn vervangingsinvesteringen
- Nadelige effecten nieuwe wet Vennootschapsbelastingen
- Onzekerheid over de verlenging en voorwaarden erfpacht Staatsbosbeheer
Beheersmaatregelen
• Investeren in verdienvermogen en duurzaam beheer
middel - Eind 2020 is het Meerjarig Uitvoeringsprogramma vastgesteld. Projecten, die raakvlakken met Zaanstad hebben, zijn in 2022:
- Publiekrechtelijk Werkom(Bedragen x €1.000)WerkomRechtsvorm:
Gemeenchappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2018Vestigingsplaats:PurmerendToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe gemeenschappelijke regeling is getroffen voor het doeltreffend en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van de taken van de colleges voortkomend uit of samenhangend met de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening.
Bestuurlijk belangPer 1 januari 2018 hebben de gemeenten Purmerend en Zaanstad samen het Participatiebedrijf opgericht om effectiever te zijn in de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Participatiewet. Namens Zaanstad heeft wethouder Krieger zitting in het bestuur en wethouder Breunesse is waarnemer
Stemverhouding: 50%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Sinds de oprichting heeft Werkom zich in toenemende mate ontwikkeld van SW-bedrijf naar participatiebedrijf. Tegelijkertijd is ook op landelijk niveau ervaring opgedaan met de Participatiewet en zijn er nieuwe inzichten ontstaan over het werken aan deze opgave. Daaruit blijkt dat de arbeidsmarkt nog niet zo inclusief is dat iedereen daar een plek kan vinden. Daarnaast vragen de voortdurende veranderingen op de arbeidsmarkt van de beroepsbevolking om zich tijdig te oriënteren om voldoende wendbaar te zijn wanneer hun arbeidsplaats – op termijn- verdwijnt of sterk verandert.
Deze ontwikkelingen gaan gepaard met veranderingen in de financiële situatie van Werkom. Gezamenlijk zijn die ontwikkelingen de aanleiding voor de ingezette ‘strategische heroverweging Werkomʼ. Binnen de huidige taken en financiële kaders is het onmogelijk, voor Werkom om nog een sluitende begroting op te leveren. Dat komt doordat de mensen met een SW-indicatie die werken bij Werkom geleidelijk uitstromen. Deze plaatsen worden niet in gelijke mate ingevuld door mensen met een beschut werk indicatie. Bovendien zijn de financieringsstromen van de Participatiewet soberder dan de financiering van de SW. De mensen die werken met een SW-indicatie dragen met hun werk bij aan de omzet van Werkom waaruit de organisatie wordt gefinancierd. Door de afname van de SW is dit bedrag gedaald tot een omvang waarmee de huidige omvang van de organisatie niet meer kan worden betaald uit de opbrengsten van de SW. Deze ontwikkelingen maken het wenselijk om opnieuw te onderzoeken welke opdrachten Werkom uitvoert en welk financieringsmodel daarbij past.
Begin 2021 bleek dat Werkom voldoende financiële reserves had om de eerstvolgende begroting (2022 en verder) sluitend op te leveren. Daardoor ontstond meer tijd om te komen tot een vernieuwde koers. Er is voor gekozen om de herijking inhoudelijk aan te vliegen, dat houdt in dat er analyses zijn gemaakt waarbij zowel is teruggekeken als vooruitgekeken naar toekomstige ontwikkelingen, er is met werkgevers gesproken, met inwoners die door Werkom worden begeleid en professionals die daar werken. Tegelijkertijd is gewerkt aan een model waarmee scenario’s financieel kunnen worden berekend. De gevormde scenario’s zijn in september 2021 gepresenteerd in een gezamenlijke raadsbijeenkomst, met gemeente Purmerend. Vervolgens hebben de colleges een voorkeursscenario vastgesteld, waarover de gemeenteraad, naar verwachting, begin 2022 een besluit neemt.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is hoog. Het maatschappelijk belang is groot, het gaat om kwetsbare mensen. De financiële bijdrage van de gemeente is aanzienlijk.
Risico analyse
Governance
De governance van Werkom is duaal. We sturen als eigenaar van het bedrijf, maar ook als opdrachtgever van het bedrijf. Om die rollen duidelijk te scheiden is er voor gekozen om de rol van eigenaar bij de wethouder financiën neer te leggen. De rol van opdrachtgever ligt bij de vakwethouder, zijnde de portefeuillehouder Werk en Inkomen. Dat heeft ook tot gevolg dat de risicobeheersing ook duaal is en dat verschillende aspecten van risico en beheersing onder de verantwoording van verschillende rollen valt. De rollen kunnen niet los van elkaar opereren. Het gaat om het samenspel van de rollen. De meerjarige kaders vanuit de eigenaarsrol werken door in gewijzigde dienstverleningsovereenkomsten in de opdrachtgeversrol. Signalen vanuit de voortgangsgesprekken worden meegenomen in de eigenaarsrol. Dit samenspel wordt ambtelijk en bestuurlijk georganiseerd door een overlegstructuur.
- Eigenaarsrol
Vanuit de eigenaarsrol wordt gestuurd op een meerjarig sluitende begroting. In mei is de zienswijze op de meerjarenbegroting in de raad behandeld. Hierin komt naar voren dat het meerjarige beeld vanaf 2023 nog niet sluitend is. De strategische herijking moet tevens leiden tot meer duidelijkheid over de financiering van Werkom op de middellange termijn.
- Opdrachtgeversrol
De opdrachtgeversrol wordt gestuurd vanuit de dienstverleningsovereenkomst Participatie en dienstverleningsovereenkomst Groenonderhoud. In de periodieke voortgangsgesprekken over participatie wordt met Werkom gesproken over instroom, uitstroom, doorlooptijden, klanttevredenheid en de mogelijkheden voor bijsturing. Tevens heeft Werkom eind 2020 een verbeterplan opgesteld. De bedoeling hiervan is om vernieuwingen door te voeren waardoor meer mensen aan het werk komen. Het gaat om zowel de vernieuwing van processen, methoden en organisatorische aanpassingen. In 2021 is Werkom gestart met de uitvoering en in de kwartaalrapportages wordt hierover gerapporteerd.
Financiële positie
Werkom heeft in haar begroting 2021 rekening gehouden met een negatief resultaat van € 1.020k. Dit tekort zou worden opgevangen door een onttrekking aan de algemene reserve van Werkom. Door corona heeft Werkom te maken met lagere omzet. Echter doordat het Rijk middelen beschikbaar heeft gesteld als compensatie voor lagere omzet en door lagere loonkosten, wordt het resultaat naar verwachting minder negatief dan begroot. Hierdoor is de verwachte onttrekking aan de algemene reserve lager en blijft een hoger bedrag beschikbaar in de algemene reserve om bijvoorbeeld kosten van en gedurende de strategische herijking op te vangen.
In het strategisch herijkingsproces is duidelijk geworden dat de uitvoering van de opdracht van Werkom meer zal kosten. Autonome ontwikkelingen die het gevolg zijn van de daling van het aantal werknemers met een SW-indicatie, groei van het aantal mensen met een beschut werkindicatie en langdurige begeleiding, zullen leiden tot een oplopend tekort in de begroting van Werkom. Hiervoor zijn extra middelen nodig van de gemeenten. De genoemde autonome ontwikkelingen zetten zich bovendien door na 2026, waardoor het tekort ook dan op loopt. Dit vraagstuk speelt niet alleen bij Werkom, maar bij veel participatiebedrijven en gemeenten die zelf uitvoering geven aan de participatiewet.
Berenschot adviseert in opdracht van Purmerend en Zaanstad over een realistische en toekomstbestendige manier van financieren van scenario 3+ voor Werkom.
Bij de gemeentebegroting 2023-2026 zal hiervoor een voorstel worden ingediend. Oplossingsrichtingen die een rol kunnen spelen zijn
A. Extra middelen die het Rijk voor uitvoering van de Participatiewet beschikbaar stelt
B. Ideeën van Berenschot over vernieuwende manieren om Werkom te financieren
C. Bezuinigingen bij Werkom als opties onder A en B genoemd onvoldoende bijdragen
D. Ideeën van Werkom over externe fondsen, samenwerking en activiteiten voor meer doelgroepen.
Het scenario waarover de raden zullen besluiten leidt in 2023 voor Zaanstad tot € 998k extra kosten. Hiervoor is dekking gevonden in de bestaande begroting van programma 2 Werk en inkomen. De tekorten in 2024 – 2026 kunnen niet volledig worden opgevangen binnen de begroting. Hiervoor zal bij de gemeentebegroting 2023-2026 een voorstel worden ingediend, waarin het advies van Berenschot wordt verwerkt.
De raden van Zaanstad en Purmerend zullen begin 2022 besluiten over de door het college voorgelegde koers. Werkom zal het besluit van de raden verwerken in de gewijzigde begroting 2022 en de primaire begroting 2023-2026.
Risico's
Nu Werkom vier jaar bestaat kan gezegd worden dat de basis van het bedrijf in hoofdlijnen op orde is. Dit betekent niet dat het risicoprofiel verandert. Dat blijft ongewijzigd hoog. De komende jaren ligt de focus op het verder vernieuwen van de organisatie conform het te nemen koersbesluit door de gemeenteraad. De jaarlijkse daling van het aantal werknemers met een SW-indicatie leidt tot een jaarlijks oplopend tekort in de begroting van Werkom. Voor het financiële vraagstuk dat hiervan het gevolg is wordt advies ingewonnen bij Berenschot. Werkom opereert in een complexe omgeving. Dat is een risico in zichzelf. De ingebouwde beheersmaatregelen zijn nog steeds passend om die risico’s te beheersen, maar duidelijk is ook dat het perspectief op die risico’s verschuift.
In de begroting zijn conform BBV-voorschriften in de risicoparagraaf expliciete risico’s benoemd:
- Structurele uitstroom van mensen met een SW-indicatie en omzetverlies
- Strategische herijking leidt niet tot een sluitende begroting
- Grotere toename dan verwacht op langdurige begeleiding en nieuw beschut
- Privacy en informatiebeveiliging
Beheersmaatregelen
- NDVO
- Verbeterplan Werkom werkt aan meer uitstroom
- Strategische herijking om een toekomstbestendig handelingskader voor Werkom te creëren
- Advies van Berenschot over de financiering van de nieuwe strategische koers
- Daarnaast stuurt het bedrijf kort cyclisch op de uitvoering door:
- Goed monitoren en tijdig in gesprek gaan met de gemeenten om de landelijke ontwikkelingen goed te volgen
- Goed contact houden met de opdrachtgevers, accountmanagement stevig neerzetten
- Het bestand van mensen in de uitkering van beide gemeenten is groot. Goede afspraken over instroom maken
- Er is een bedrijfsvoeringsoverleg tussen beide gemeenten en Werkom ingericht om ontwikkelingen goed te volgen
hoog
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk Huisvuil Centrale(Bedragen x €1.000)Huisvuil CentraleRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:AlkmaarToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe Huisvuil Centrale (HVC) heeft als doel het zeker stellen dat tegen de laagste kosten en op verantwoorde wijze het Zaanse rest-, grof- en gft-afval wordt verwerkt.
Bestuurlijk belangDe gemeente Zaanstad heeft 265 aandelen in HVC. Wethouder Baerveldt vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Mutluer
Stemverhouding: 7,87%Actualiteiten en risico'sMarktontwikkelingen
A. Zaanstad als eigenaar (aandeelhouder)
HVC is een ketenbedrijf met focus op hergebruik en duurzame energie, van en voor haar publieke aandeelhouders. Krachtenbundeling maakt het mogelijk om complexe projecten voortvarend aan te pakken. Door de organisatorische inrichting wordt geborgd dat er focus is op de verschillende hoofdactiviteiten. Activiteiten renderen zelfstandig en leveren een verantwoord rendement. Er is geen sprake van kruissubsidiëring. Risico’s zijn in beeld en beheersbaar. Het aanwezige risico houdt vooral verband met afvalverbranding en betreft een marktrisico: de bedrijfsafvaltarieven, de energieprijzen, prijsprikkels van de overheid (verbrandingsbelasting, importheffing, CO2-heffing). Dit marktrisico is sinds 2015 niet afgenomen. Door robuust afschrijven is de omvang van het risico wel afgenomen. Het liquiditeitsrisico is evenwel klein omdat het samenhangende herfinancieringsrisico beperkt is. Er is voldoende ruimte om binnen de bestaande afspraken met aandeelhouders en banken herfinanciering met garanties van aandeelhouders aan te trekken. Daarnaast zijn er voor kortlopende financieringsbehoeften als gevolg van timingverschillen of calamiteiten aanvullende financieringsfaciliteiten beschikbaar, waaronder € 81 miljoen kasgeldfaciliteit en € 8 miljoen rekening courant faciliteit. Op dit moment is nog veel onduidelijk over de uiteindelijke effecten van Corona virus op bedrijfsvoering van HVC.
Financiën
Het huidige financieel kader is in 2015 vastgesteld door directie en raad van commissarissen. Dit kader gaat uit van een solvabiliteitsgroei naar 27% in 2024, om vanaf dat moment de mogelijkheid te hebben om HVC te financieren zonder garantstelling door de aandeelhouders. Leningen die zijn gebaseerd op artikel 9 van de ballotageovereenkomst worden afgebouwd. Dit betreft dus gegarandeerde leningen waarbij de aandeelhouders hoofdelijk aansprakelijk zijn. De zogenaamde artikel 7 (oftewel de niet- gegarandeerde leningen) zullen volledig afgelost zijn in 2024.
Daarnaast is het van belang dat HVC eigen vermogen opbouwt. Ook in de komende jaren is er geen uitkering van dividend. Het positieve nettoresultaat over 2020 wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Het eigen vermogen stijgt naar € 142 miljoen(2019: € 126 miljoen) en de solvabiliteit stijgt met één procentpunt naar 14%.Algemene Vergadering van aandeelhouders 27 mei 2021
In de raadsinformatiebrief 2021/11271 zijn de besluiten en een toelichting hierop opgenomen. De belangrijkste punten zijn:
- Omvang aandeelhouderschap van gemeente Zaanstad wordt lager (van 9,09% naar 7,87%)
De gemeenschappelijke regeling Avalex (Gemeenten Delft, Midden-Delfland, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Wassenaar) en de Gemeente Oostzaan treden als aandeelhouder toe tot HVC. De toetreding van Avalex en Oostzaan levert een bijdrage aan de beheersing van het marktrisico rond de afvalenergiecentrales. Voor Zaanstad zal hierdoor een pro rata daling plaatsvinden van de garantstelling voor financiering per aandeelhouder (-13,5%) en een evenredige afname van de jaarlijkse garantiestellingprovisie. Door de uitgifte van aandelen aan Avalex en Oostzaan veranderd de omvang van het aandeelhouderschap van Zaanstad naar 7,87%.
- De ontwikkeling warmtesysteem Westland en realisatie geothermieproject Maasdijk.
HVC ontwikkelt een samenhangend warmtesysteem, het ‘Warmte Systeem Westland’ waar de ontwikkeling van het geothermieproject Maasdijk deel van uitmaakt. De totale investering ten behoeve van geothermieproject Maasdijk bedraagt € 112 miljoen. Dit bedrag wordt terugverdiend in 15 jaar, inclusief vereist rendement op ingelegd vermogen.
B. Zaanstad als opdrachtgever
Nieuwe DVO HVC-gemeente Zaanstad
Zaanstad neemt ook diensten af van de HVC, waaronder afvalinzameling en gladheidsbestrijding. Deze taken zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Begin 2020 is een nieuwe DVO met HVC afgesloten voor de periode van 7 jaar.
Risico analyse
Risico’s van warmte-activiteiten
De risico’s zijn in beeld en beheersbaar, op de risico’s wordt ingespeeld. Als onderdeel van de behandeling van het risico-aspect van de warmteactiviteiten heeft de Klankbordgroep aan het Innovatieplatform (IP) gevraagd of investeren in collectieve warmte via HVC een veilige keuze is.
Beheersmaatregelen
- Annotaties van de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het college van B&W
- Ambtelijk overleg met verschillende klankbordgroepen (zowel financiële als beleidsmatige) met de overige aandeelhouders van HVC.
hoog - Privaatrechtelijk Warmtenetwerk Zaanstad (WNZ)(Bedragen x €1.000)Warmtenetwerk Zaanstad (WNZ)Rechtsvorm:
BV
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2019Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet op gang brengen van de transitie naar een aardgasloze gebouwde omgeving. De legitimering van een overheidsinterventie op basis van marktfalen is hier van toepassing op de casus warmtenet in Zaandam-Oost. Het doel is het transporteren van warmte uit o.a. biomassa van Bio Forte aan afnemers in Zaanstad.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse.
Gemeente Zaanstad is samen met Duurzame Energienetwerken Noord-Holland (DENH) eigenaar van het Warmtenet Zaanstad BV. Gemeente Zaanstad heeft een belang van 39% in de Aandelen (uitsluitend stemgerechtigd), alsmede een belang van 100% in de Aandelen C (stemrechtloos)
Stemverhouding: 39,0%Actualiteiten en risico's- Voortgang
Het huidige warmtenet van Warmtenetwerk Zaanstad B.V. (hierna WNZ) in Zaandam-Oost (fase 1) voorziet in het aansluiten van 2.206 woning equivalenten (weq) in 2024 waarvan er in 2021 1.683 zijn aangesloten. Oorspronkelijk was dit 2.600 weq, maar op basis van het wegvallen en vertragen van projecten is deze prognose aangepast.
Er zijn in 2021 125 woningen aangesloten (Gouwpark). Ook zijn er in het afgelopen jaar 3 infrastructurele projecten gerealiseerd: Gouwpark distributienet, Transportnet Zwembad De Slag en Transportnet Oostzijderpark.
Er zijn in 2021 contracten getekend met afnemers Zwembad de Slag, het Regionaal veiligheidskantoor en Oostzijderpark blok F om de weggevallen projecten (Evean verpleegtehuis en Zuiderzeecollege) deels mee te compenseren.
- Resultaten op de businesscase:
De vertragingen die sinds 2019 zijn opgelopen, hebben grote impact gehad op de begrote warmtelevering van WNZ en daarmee op de inkomsten, doordat er minder GJ’s kunnen worden gefactureerd. De schatting van het aantal aan te sluiten woningequivalenten in fase 1 is daarom ook aangepast. Deze vertraging leidt ook in 2021 tot hogere kosten en lagere inkomsten.
- Maatschappelijke onrust biomassacentrale
Het maatschappelijk draagvlak voor de verbranding van houtige biomassa is tanende. Omdat WNZ houtige biomassa beschouwt als een transitiebrandstof is een zoektocht voor een alternatief (binnen ongeveer 15 jaar) voorzien. De uitdaging hiervoor is het vinden van een oplossing die voldoende CO2 reduceert, betaalbaar is en genoeg draagvlak geniet. Op dit moment is er nog geen alternatief in zicht dat aan al deze voorwaarden voldoet.
- Korte terug- en vooruitblik 2021-2022
Op 28 oktober 2021 heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) plaatsgevonden. Hier is het Operationeel Businessplan 2022/2023 vastgesteld. Het businessplan fase II is eind november met gemeente Zaanstad gedeeld met het verzoek om dit in 2022 te bespreken in een AvA.
In oktober is door gemeente Zaanstad de BZK-regeling Proeftuin Aardgasvrije Wijken aangevraagd. Er is voor een wijk gekozen met gestapelde bouw waarbij collectieve warmtevoorziening zoals afname van retourwarmte van het warmtenet in Zaandam-Oost een aantrekkelijke optie is. Toekenning van de aanvraag moet nog plaatsvinden en het is uiteindelijk aan de particuliere eigenaren in het gebied (veelal VvE’s) om voor een warmteoplossing te kiezen. Een keuze voor warmte van het warmtenet in Zaandam-Oost zal bijdragen aan de businesscase.
In april 2021 heeft gemeente Zaanstad bericht ontvangen van de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft definitief geoordeeld dat er geen sprake is van staatssteun.
Financiële positie / Onderbouwing voorziening
Er is op dit moment geen aanleiding om de voorziening aan te passen. Hoewel er enkele risico’s zijn (beperking van ammoniak en stikstofuitstoot, verminderd draagvlak biomassa) is het nog niet te zeggen of deze risico’s negatieve invloed hebben op de lange termijn uitrol van het warmtenet. De volgende overwegingen liggen hier aan ten grondslag
- De grote projecten de Gouw en Oostzijderveld lopen nog steeds (ondanks vooralsnog ‘tegenvallende’ resultaten door vertraging en mogelijk lagere afname door BENG-eisen). Daarmee is er geen aanleiding om de aandelen af te waarderen. De vooruitzichten zijn nog verre van concreet, dus er is ook nog geen toekomstige geldstroom die vrijval van de voorziening onderbouwd.
- Indien toekomstige resultaten achterblijven ontstaat wellicht op een moment wel de vraag in hoeverre de solvabiliteit van WNZ in gevaar komt. Daar is nu nog geen sprake van.
- Voor onderbouwing van het risico gaat het vooral om de vraag hoe concreet uitbreiding van het warmtenet in beeld komt. We staan nu nog steeds relatief aan het begin van het project en er is nog geen aanleiding om het risico te herwaarderen.
- Aanleiding om het risico te herzien zijn de uitkomsten van wijkuitvoeringsplannen omdat die iets zeggen over de potentiele afname van het net. Vanaf 2022 en in 2023 zal de eerste lichting van de wijkuitvoeringsplannen plaatsvinden.
- Ook belangrijk is de zoektocht naar nieuwe warmtebronnen en de financiering hiervan, aangezien er na afronding van fase 1 nog maar weinig GJ’s van de biomassacentrale over zijn (ook als de centrale op volle capaciteit draait) om gebouwen mee te verwarmen.
Risicoprofiel
Het financieel belang is hoog. De gemeentelijke deelneming is onderhandeld op € 4,25 miljoen. Deze deelneming is op die basis nu gewaardeerd op € 1,95 miljoen. Gemeente Zaanstad heeft een voorziening getroffen voor het verschil van € 2,3 miljoen. Het risico dat de getroffen voorziening te klein blijkt (omdat de marktwaarde van de deelneming daalt) is opgenomen als risico voor het weerstandvermogen. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn groot: de activiteiten van Warmtenetwerk Zaanstad B.V. richten zich op het leveren van warmte aan inwoners. De gemeente participeert in het Warmtenetwerk Zaanstad B.V. vanuit het publieke belang en de maatschappelijke doelen die de gemeente wil realiseren.
Risico’s
- Publieke opinie over het gebruik van op hout gestookte biomassacentrales, zoals in de biomassacentrale voor het warmtenet in Zaandam-Oost, wordt negatiever
- Als er onvoldoende voortgang wordt geboekt op het ontwikkelen van alternatieve warmtebronnen, heeft dit tot gevolg dat:
- Uitbreiding van het warmtenet langer duurt
- Biomasscentrale mogelijk langer blijft werken
- • Mogelijk kan er minder warmte kan worden getransporteerd doordat de warmteproducent minder warmte kan produceren dan in de businesscase was voorzien. Oorzaak hiervan is dat de warmteproducent, BioForte, niet meer stikstof en ammoniak mag uitstoten dan de ruimte die op grond van de Wet natuurbescherming aan BioForte is vergund. De aan de biomassacentrale vergunde uitstootruimte heeft tot gevolg dat de biomassacentrale op dit moment niet haar maximale capaciteit kan benutten.
Beheersing
- De raadsleden informeren over de ontwikkelingen op het gebied van alternatieve warmtebronnen.
- Samen met provincie en met MRA gemeenten actief optrekken in dit dossier.
- Actieve deelname door Zaanstad in o.a. VNG om invloed uit te kunnen oefenen op de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening (Warmtewet 2.0) om het Zaanse model van het open net te borgen in deze wetgeving.
- BioForte, en betrokken partijen in het warmtenet, waaronder WNZ, zijn met elkaar in gesprek om uit te zoeken of de beperking in de productie en het transport van de warmte van BioForte kan worden opgelost.
hoog - Privaatrechtelijk Alliander(Bedragen x €1.000)AllianderRechtsvorm:
Naamloze Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1 juli 2009Vestigingsplaats:ArnhemToezichtsregime:middelOpenbaar belangNetbeheer en distribueren van elektriciteit en gas voor producenten en afnemers. Voor burgers en ondernemers is een goed werkend en betaalbaar distributienetwerk van gas en elektriciteit cruciaal. Alliander heeft een belangrijke rol in het mogelijk maken van verdere verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.
Bestuurlijk belangWethouder Baerveldt vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Mutluer
Stemverhouding: 0,9%Actualiteiten en risico'sActualiteiten en risico's
Als gevolg van de oplopende investeringen in de energietransitie, heeft Alliander een voorstel voor kapitaalversterking voorgelegd aan de aandeelhouders. Voor gemeente Zaanstad betekent dit een participatie van € 5,4 mln in een reverse coverteerbare hybride obligatielening. De raad heeft hiertoe in November 2021 besloten. Met uitzondering van 6 kleine gemeenten, hebben alle andere aandeelhouders van Alliander aan de kapitaalversterking deelgenomen waardoor het benodigde kapitaal aangetrokken is dat noodzakelijk is voor het noodzakelijke hogere investeringsvolume. Door deelname blijft het aandeel van Zaanstad in Alliander onveranderd en ontstaat een toename van baten door de gegarandeerde rente over de lening.
Op 24 februari 2022 is de jaarrekening 2021 beschikbaar. Daarom worden hier de halfjaarresultaten van Alliander opgenomen. Over het eerste halfjaar van 2021 rapporteert Alliander een nettowinst van € 119 miljoen (2020: € 92 miljoen). De bedrijfsopbrengsten over de eerste zes maanden zijn met € 71 miljoen gestegen naar € 1.081 miljoen (2020: € 1.010 miljoen). De totale bedrijfskosten zijn het afgelopen halfjaar met € 46 miljoen opgelopen ten opzichte van dezelfde periode in 2020. Deze stijging van de kosten komt voornamelijk door de hogere doorbelasting van TenneT, de stijging van de kosten voor netverliezen en toenemende afschrijvingen. Dit laatste wordt veroorzaakt door de stijging van onze investeringen in de afgelopen jaren in verband met de energietransitie.
middel - Privaatrechtelijk Betaalbare Koopwoningen Zaanstad(Bedragen x €1.000)Betaalbare Koopwoningen ZaanstadRechtsvorm:
Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad (BKZ) is tweeledig: - Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad - Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behouden
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar van de aandelen. Het voltallig college vertegenwoordigt de enige aandeelhouder gemeente Zaanstad
Stemverhouding: 100%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen BKZ
BKZ Holding kent diverse modellen met elk een aparte BV:
- De portefeuille van BKZ BV traditioneel omvat op 1 januari 2021 nog ca. 192 contracten.
- De portefeuille van GRZ BV omvat op 1 januari 2021
- BKZ erfpachtvariant 167 contracten.
- BKZ instap ca. 44 contracten.
Ontwikkeling nieuw model : BKZ Starterswoning
Voor de bestaande modellen zit BKZ in een beheer fase , waarbij de nadruk komt te liggen om een goede beheersing van de financiën en cashflow en inzicht in het risico van het niet aflossen (afnemen van tranches). De overspannen woningmarkt van de laatste jaren heeft geleid tot een sterke stijging in de mate van tranche en grondafname. In 2020 is verder verkend of BKZ kan participeren in nieuwe activiteiten in de woningmarkt. Een nieuw ontwikkeld model (BKZ Starterswoning) gericht op het realiseren en behouden van bereikbare koopwoningen voor starters en huishoudens met lage middeninkomens, is begin 2020 door de raad vastgesteld. Het model voldoet aan hetgeen is bepaald in de door de gemeente vastgestelde doelgroepenverordening Sociale Koop op basis waarvan in nieuwe bestemmingsplannen een contingent sociale koopwoningen verplicht moet worden gerealiseerd. Op dit moment vinden gesprekken plaats met ontwikkelaars en zijn in diverse anterieure overeenkomsten afspraken gemaakt over de realisatie van dit type BKZ woningen. Verwachting is dat de eerste woningen begin 2022 in het model worden verkocht.
Ontwikkeling nieuw model / BV Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad
Door de overspannen woning- en bouwmarkt is het in 2017 vast gestelde model Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad verder (DFZ) geëvalueerd. Dit model gaat om funderings- en cascoherstel in combinatie met het aanbrengen van energiebesparende maatregelen. Het model is op juridisch, financieel en aanbestedingsgebied aangepast. Ook heeft BKZ zelf een tweetal woningen aangekocht in de aangewezen pilotblokken. Begin 2021 heeft er besluitvorming over de herijking van het DFZ model plaats gevonden en vindt in 2021 een nieuwe aanbesteding van een pilotblokje plaats. Verwachting is dat deze pilot eind 2021 kan worden uitgevoerd. Verwachting is dat dit model op kleine schaal (bouwblok) wordt ingezet. Omdat de herijking leidt tot een flexibelere inzet van het model wordt de inzet van het model ook verkend bij andere funderingsprojecten.
In 2020 is ook een variant ontwikkeld voor kleinschalige particuliere sloop/nieuwbouw. In 2021 wordt verder verkend waar deze zou kunnen worden ingezet.
Risicoprofiel
Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de rekening courant en de leningsovereenkomst, die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad voor BKZ traditioneel tot een maximumbedrag van respectievelijk 5,5 miljoen euro en voor de Garantieregelingen tot 31 miljoen, is het financieel belang groot te noemen.
Risico analyse
- Financiële positie
Jaarrekening 2020 is beschikbaar en wordt vastgesteld in de AvA van 27 oktober 2021. BKZ heeft het jaar 2020 afgesloten met een positief resultaat van € 135.498. Door de waardestijging op de woningmarkt heeft de afname trend van tranches en gronden zich ook in 2020 voortgezet. Dit heeft geleid tot verdere aflossing van de RC van BKZ met € 1,1 miljoen waardoor het saldo eind 2020 positief is € 1,5 mln. Ook op de lening voor GRZ is afgelost en bedraagt het uitstaande bedrag nog € 15,3 mln. Daarnaast is er ook hier sprake van een rekening-courantverhouding die eind 2020 circa +/+ € 3,6 mln bedraagt.
Het eigen vermogen bedraagt ca € 16,5 mln.
- Risico's
- Het trancherisico op de opstal bestaat nog wel. Hierbij worden de tranches (20% (traditioneel) en 30% (afzetgarantiewoningen) van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatsvindt. Gevolg is dat pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). BKZ monitort dit. Het risico wordt vertaald in de kasstroom.
- Risico van waardevermindering van de grond in de toekomst. De grond wordt na 25 jaar geherwaardeerd.
- Hoogconjunctuur leidt tot positieve kasstroom door afname van tranches en grond. Echter hierdoor daalt het aantal BKZ woningen en beschikbaarheid van woningen voor de doelgroep.
- Beheersmaatregelen
- Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ;
- periodieke rapportages naar college (3x) en college en raad (1x). Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc.;
- 1 á 2 keer per maand overleg tussen ambtenaren en de directeur van BKZ; de samenwerkingsrelatie is goed;
- Operationalisering van het nieuwe model (BKZ Starterswoning) waarbij BKZ woningen langer voor de doelgroep kan behouden;
- In het Plan van aanpak Verbetering kwaliteit woningvoorraad is geld gereserveerd voor de realisatie woningen duurzaam funderingsherstel Zaanstad in de periode 2018-2022.
hoog - Privaatrechtelijk Regionale ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Regionale ontwikkelingsmaatschappij NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) is het uitvoeringsinstrument voor het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen zoals beschreven in het Masterplan Noordzeekanaalgebied.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse
Stemverhouding: 33,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Gemeente Zaanstad, Havenbedrijf Amsterdam en Provincie Noord-Holland werken al jaren samen aan de ontwikkeling van nieuwe en bestaande werklocaties die verband houden met het Masterplan Noordzeekanaalgebied. Hiervoor is in 1999 de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON NV) opgericht. De drie partijen zijn allen voor 1/3 aandeelhouder in de RON. In 2021 is besloten om de samenwerking te beëindigen en de RON te ontmantelen. Hiervoor heeft de RON haar eigendommen overgedragen naar de verschillende aandeelhouders.
Bij de ontmanteling van de RON worden de aandelen Achtersluispolder I BV door Zaanstad (1/3) en door het Havenbedrijf (2/3) overgenomen. Hierdoor blijft de deelneming bestaan en verandert van een indirecte deelneming (via de RON NV) in een directe deelneming/verbonden partij vanaf december 2021.
middel - Privaatrechtelijk Bank Nederlandse Gemeenten(Bedragen x €1.000)Bank Nederlandse GemeentenRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1914Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse. Zaanstad is niet vertegenwoordigd in de RvC.
Stemverhouding: 0,07%Actualiteiten en risico'sActualiteiten
In 2020 heeft BNG Bank haar strategie aangescherpt. Op basis van haar purpose ‘gedreven door maatschappelijke impact’ kiest de bank ervoor om zich exclusief te richten op de publieke sector. Daarbij ligt de focus op vier Sustainable Development Goals (SDG’s) waarmee de bank samen met publieke klanten het verschil wil maken:
- goede gezondheid en welzijn (SDG 3)
- kwaliteitsonderwijs (SDG 4)
- betaalbare duurzame energie (SDG 7)
- duurzame steden en gemeenschappen (SDG 11).
BNG Bank streeft niet naar winstmaximalisatie, maar naar maatschappelijke impact en een redelijk rendement voor de aandeelhoudende overheden. De nettowinst over 2021 is uitgekomen op € 236 miljoen, ondanks de zeer lage rentetarieven. De winststijging van 7% is vooral veroorzaakt door door het positieve resultaat op financiële transacties van € 100 miljoen als gevolg van marktwaardeveranderingen. In 2020 bedroeg dit € 17 miljoen negatief.
De omvang van nieuw verstrekte langlopende leningen bedraagt € 12,8 miljard, een stijging van ruim 9% ten opzichte van 2020. De totale langlopende kredietportefeuille bedraagt eind 2021 € 87 miljard. Dit is een netto toename van de portefeuille van EUR 1,2 miljard. Klanten hebben ook over 2021 de gevolgen van de COVID-19-pandemie ondervonden. BNG Bank heeft haar klanten waar nodig ondersteund. Het financieringsbeleid van BNG Bank blijft onveranderd gericht op permanente toegang tot de geld- en kapitaalmarkt voor de gewenste looptijden en volumes tegen zo laag mogelijke kosten. De volatiliteit op de financiële markten zal dit jaar naar verwachting groot blijven. Dat maakt het doen van voorspellingen over het verwachte nettoresultaat 2021 niet verantwoord. De financiële resultaten worden op 21 maart 2022 door de BNG gepresenteerd. Volgens half jaar bericht begin september 2021 komt het resultaat uit in de range tussen de
€ 440 mln. en € 470 mln. Op 26 november 2021 bracht de BNG een persbericht uit dat de Bank als gevolg van een procesmatige fout niet tijdig heeft voldaan aan een rapportageverplichting om in aanmerking te komen voor de extra rentekorting van 0,5% op de ‘Targeted Longer-Term Refinancing Operation’ (TLTRO). Hierdoor is deze korting over het eerste tijdvak (24 juni 2020 t/m 23 juni 2021) niet aan haar toegekend. De korting over deze periode bedraagt € 57 miljoen en dat is ten laste van het resultaat van 2021 gekomen. Bij de presentatie van de jaarcijfers 2021 heeft de BNG aangegeven bezig te zijn deze korting alsnog te krijgen.
Het dividend van de BNG wordt altijd verantwoord in het jaar dat de aandeelhoudersvergadering plaatsvindt. Het komt bij ons dus altijd een jaar later in de boeken als waar het betrekking op heeft. Het dividend vertoont de laatste jaren een vrij grillig verloop zoals blijkt uit deze tabel met het dividend over de afgelopen vijf jaar:
Jaarrekening (bedragen * € 1.000)
2017 2018 2019 2020 2021
Dividend over het jaar
2016 2017 2018 2019 2020
€ 683 € 1.053 € 1.186 € 529 € 753
Ondanks de genoemde tegenvaller van € 57 mln. heeft de BNG bank over 2021 (te verwerken in boekjaar 2022) het dividend vastgesteld op totaal € 127 mln. Voor ons komt dit uit op € 950.000. Structureel hebben we namelijk € 1 mln. begroot. De tegenvaller van € 50.000 is verwerkt bij de Burap.
middel - Privaatrechtelijk Masterplan Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Masterplan NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Stichting
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:IJmuidenToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet op duurzame wijze versterken van de regionale economie in het Noordzeekanaalgebied door het benutten van de potentie van het regionale haven- en industrieel complex.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger en wethouder Baerveldt zijn beiden lid van het stichtingsbestuur, vervanging wethouder Breuness en Mutluer
Stemverhouding: 17%Actualiteiten en risico'sActualiteiten en risico's
De visie Noordzeekanaalgebied 2040 en de bijbehorende uitvoeringsagenda bepalen het activiteitenprogramma van de stichting Masterplan Noordzeekanaalgebied. Het samenwerkingsverband voert een deel van de uitvoeringsagenda-activiteiten uit, een deel in afspraken tussen afzonderlijke deelnemende partijen. Het geactualiseerde Uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2020 is te vinden op https://www.noordzeekanaalgebied.nl/wp-content/uploads/2020/03/Uitvoeringsprogramma_NZKG_2020-definitieve-versie.pdf
Het Uitvoeringsprogramma NZKG is de jaarlijkse vertaling van de bestuurlijke agenda van de Visie. In het Uitvoeringsprogramma zijn de lopende activiteiten en projecten beschreven voor realisatie van de visie. In 2021 is meer dan eens duidelijk geworden dat de opgaven in het gebied ten aanzien van verstedelijking, (circulaire)economie, energietransitie, etc, meer ruimte vragen dan er beschikbaar is. Daarom is het Noordzeekanaalgebied door het Rijk aangewezen als zogenaamd Novi gebied (Nationale Omgevingsvisie). In dit traject zullen Rijk en regio de komende jaren werken aan een integrale sturing op de opgaven in het gebied.
middel - Privaatrechtelijk Vereniging Bedrijvenpark HoogTij(Bedragen x €1.000)Vereniging Bedrijvenpark HoogTijRechtsvorm:
Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:laagOpenbaar belangBevordering van het kwaliteitsniveau en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de eigenaren van de gronden en gebouwen in het bedrijvenpark Hoogtij.
Bestuurlijk belangEen medewerker van de gemeente Zaanstad is benoemd als vertegenwoordiger van Zaanstad. Er participeert niemand van het college in het bestuur. Ieder lid is bevoegd tot het uitbrengen van een zodanig aantal stemmen als overeenkomt met iedere vierkante meter grond in het bedrijvenpark waartoe het lid is gerechtigd is Het algemeen bestuur bestaat uit 3 leden, Zaanstad levert de secretaris.
Stemverhouding: 0%Actualiteiten en risico'sZaanstad is als grondeigenaar/ontwikkelaar lid van de Vereniging Bedrijvenpark HoogTij (VBH). VBH is een vereniging waarin grondeigenaren van nog uit te geven gronden op HoogTij en de gevestigde ondernemers participeren. KG Parkmanagement geeft in opdracht van de grondeigenaren en de VBH invulling aan het parkmanagement. De vereniging is verantwoordelijk voor een blijvende kwaliteit van de openbare ruimte en bedrijfskavels. Dit is van cruciaal belang voor een goed vestigingsklimaat, nu en in de toekomst. De vereniging is daarnaast het eerste aanspreekpunt voor de ondernemers op HoogTij. Zo kunnen ondernemers wensen en ideeën over bijvoorbeeld de uitstraling van het terrein, collectief in te kopen diensten en veiligheid op het terrein bespreken. Zaanstad heeft zich ingespannen en zal zich blijven inzetten om, samen met de grondeigenaren en ondernemers, de kwaliteit van het bedrijventerrein te behouden en te versterken.
De vereniging bestaat per 1 september 2021 uit 58 leden, de verwachting is dat dit aantal zal groeien. De bijdrage per lid wordt berekend op basis van m2 prijs en kavelgrootte: tm 30.000 m2 (€ 0,28 per m2) deel boven de 30.000 m2 (€ 0,14 per m2). Daarnaast betalen nieuwe leden/kopers eenmalig een calamiteitenbijdrage na levering kavel van € 0,20 per m2. Dit bedraagt in Euro's in totaal 80.700,-- excl. Btw.
De gemeente Zaanstad betaalt de Vereniging een vergoeding voor het laten uitvoeren van het beheer en onderhoud aan het openbare gebied. In 2020 bedroeg deze vergoeding € € 90.349,-- .
Op 15 juni 2021 is de jaarrekening 2020 van de vereniging vastgesteld.
laag